M/V

Voordat een libel gedetermineerd wordt, kan het handig zijn om eerst het geslacht te bepalen, omdat mannetjes en vrouwtjes sterk van elkaar kunnen verschillen. 

Voor alle soorten geldt dat je de mannetjes en vrouwtjes kunt herkennen aan het geslachtsorgaan. Daarnaast kun je bij een aantal families en soorten de mannetjes en vrouwtjes ook van elkaar onderscheiden door de achterlijfsaanhangsels, kleur, vorm en het gedrag. 

Geslachtsorgaan

De mannetjes hebben een secundair geslachtsorgaan, dat net achter de vleugels aan de onderkant van het achterlijf te vinden is. Als je de libel van opzij bekijkt, zie je dat dit geslachtsorgaan (meestal) uitsteekt. 

Sommige soorten boren hun eitjes in planten. Dit doen bijvoorbeeld alle juffers en glazenmakers. De vrouwtjes van deze soorten hebben aan het uiteinde van hun achterlijf een speciaal ontwikkeld legapparaat. Ook bij bronlibellen, die hun eitjes in de bodem steken is, een duidelijk legapparaat aanwezig.

Andere soorten die de eieren rondstrooien (zoals rombouten, glanslibellen en korenbouten) hebben een legschede dat soms niet zo duidelijk is waar te nemen als het legapparaat.

Achterlijfaanhangsel

De verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes zijn vaak ook te zien aan de aanhangselen, die aan het uiteinde van het achterlijf zitten. 

De vrouwtjes van de korenbouten zijn allemaal goed te onderscheiden van de mannetjes doordat de achterlijfaanhangsels wat verder van elkaar staan. Bij de mannetjes liggen deze bijna tegen elkaar aan. 

(Mannetje (links) en vrouwtje platbuik uit de familie korenbouten)

Bij de mannetjes uit de familie glazenmakers zijn de achterlijfaanhangsels vaak breder dan bij die van de vrouwtjes. 

(Mannetje (links) en vrouwtje grote keizerlibel uit de familie glazenmakers)

Kleur

Bij veel libellensoorten zijn de mannetjes kleurrijker dan de vrouwtjes. 

Let op: jonge mannetjes kunnen nog dezelfde kleur als vrouwtjes hebben en krijgen pas later hun echte kleuren. Volwassen vrouwtjes kunnen hetzelfde als mannetjes gekleurd zijn, om zo mannetjes te misleiden en uit de buurt te houden. 

De mannetjes van de waterjuffers zijn te onderscheiden doordat de grondkleur van segment 8 en 9 (S8 en S9) blauw is, bij de vrouwtjes zijn deze segmenten donkergekleurd met soms lichtere vlekken. 

Vorm

Mannetjes uit de familie van de rombouten onderscheiden zich van de vrouwtjes door de gehoekte achtervleugelbasis. Bij de vrouwtjes is de achtervleugel aan de basis afgerond. Dit geldt ook voor alle glanslibellen en sommige glazenmakers. 

Mannetje (links) en vrouwtje beekrombout uit de familie rombouten.

Gedrag

Bij de glanslibellen vliegen de mannetjes langdurig binnen hun territorium rond. De vrouwtjes zijn moeilijker waar te nemen. De rombouten vertonen dit gedrag ook.