Familiekenmerken
Typerend voor deze nachtvlinders is dat ze dicht bij elkaar in kleine populaties leven. Soms zijn vele generaties lang van elkaar gescheiden geweest, waardoor zich tussen de populaties onderlinge verschillen hebben ontwikkeld. Zowel de vlinders als de rupsen zijn giftig voor gewervelde predatoren.
De vlinders zijn vooral overdag actief en bezoeken vaak bloemen in open terreinen, vooral bij ruig grasland. Hun vlucht is vrij strak. Alle soorten uit deze familie hebben afgeronde, vrij smalle voorvleugels, die in rust dakvormig omhoog en dicht tegen het lichaam worden gehouden. De grote antennen, die soms aan het uiteinde verdikt zijn (en daardoor enigszins doen denken aan die van dagvlinders), zijn altijd naar voren gericht.
Levenscyclus
De rupsen van de bloeddrupjes hebben een naaktslakachtige vorm en zijn allemaal licht behaard. Ze leven vooral op kruidachtige planten, vooral vlinderbloemige, en overwinteren als rups. Sommige soorten overwinteren twee keer.
De papierachtige spoelvormige cocons, die witachtig van kleur zijn, worden gewoonlijk laag in de vegetatie gevormd. Sommige soorten bloeddrupjes spinnen hun cocons echter hoog tegen een plantenstengel en vallen daardoor goed op.