Van deze familie, die wereldwijd ruim 1950 soorten telt, zijn in Nederland 16 soorten nachtvlinders waargenomen.  

Familiekenmerken

Spinners zijn sterk gebouwde, middelgrote tot grote nachtvlinders met brede afgeronde, warmbruine of geelachtige vleugels. De voorvleugels hebben over het algemeen een kleine centrale vlek en/of twee dwarslijnen. De mannetjes hebben breed geveerde antennen, waarmee ze onbevruchte vrouwtjes over een afstand van honderden meters, soms zelfs enkele kilometers, kunnen detecteren.  

De mannetjes van de drie grootste Nederlandse soorten (hageheld, kleine hageheld en veelvraat) vliegen op zonnige middagen vaak rond op zoek naar een vrouwtje. De vrouwtjes van deze drie soorten, en zowel de mannetjes als de vrouwtjes van andere spinners, vliegen alleen ´s nachts en komen op licht af. Spinners kunnen geen voedsel opnemen, omdat ze geen functionele roltong hebben. 

Zwarte herfstspinner van voren man

Levenscyclus

Sommige soorten, zoals de hageheld, strooien hun eieren in de lucht uit, maar de meeste soorten hechten ze aan de waardplant. De rupsen zijn dicht behaard, wat hen beschermt tegen predatie door vogels, met uitzondering van enkele specialisten zoals koekoek, grauwe klauwier en wielewaal. De rupsenharen kunnen bij mensen soms huidirritatie veroorzaken. De rupsen worden overdag vaak zonnend of etend waargenomen. De verpopping vindt plaats in een stevige, soms taaie cocon, die dicht bij de grond wordt vastgemaakt aan de vegetatie. In de cocon wordt vaak rupsenhaar verwerkt. 

De soorten in deze familie