Het natuurgebied de Drentsche Aa is een stroomdallandschap, dat bestaat uit kleine kronkelende beekjes. Het landschap bestaat verder uit bloemrijke graslanden, moerassige graslanden, bossen en heide. In de zomer, als alle bloemen in de graslanden in bloei staan, zijn er volop vlinders te vinden. 

Ballooërveld

Door de slingerende beekjes kunnen de weilanden eromheen soms erg nat zijn, wat zorgt voor een bijzondere vegetatie. Het Ballooërveld is een heidegebied in de Drentsche Aa. Hier zijn de zeldzamere vlinders en libellen te vinden. Denk hierbij aan de bruine vuurvlinder, de heivlinder en het heideblauwtje. Ook bijzondere libellen zoals de gevlekte witsnuitlibel en venglazenmaker kun je hier aantreffen. Er zijn ook mooie wandelroutes in dit gebied te vinden.  

Zeldzame vlinders in dit gebied

De kommavlinder is de laatste jaren sterk achteruitgegaan in aantal en is nog op maar een aantal plaatsen in Nederland te vinden. Hij geeft de voorkeur aan droge, schrale graslanden, duinen en heidegebieden. Het mannetje heeft een kommavormige streep op de voorvleugels, vandaar de naam kommavlinder. 

Foto: Sjors Gitmans

Het heideblauwtje kan plaatselijk soms in flinke aantallen voorkomen. Het is te vinden in natte tot vochtige heiden en hogere zandgronden in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. 

Foto: Kars Veling

De bruine vuurvlinder is in het westen en het zuiden van het land aan het verdwijnen en komt nu nog voor op de Veluwe en in het noordoosten. Hij is daar te vinden in graslanden, hoogvenen, veenheiden en bermen. 

Foto: Henk Bosma

Zeldzame libellen in dit gebied

De gevlekte witsnuitlibel is iets forser dan de andere twee witsnuitlibellen (ven- en noordse-) die ook in dit gebied voorkomen en heeft een donker achterlijf met lichte vlekken. De laatste vlek daarop is bij het mannetje opvallend heldergeel. De larven van witsnuitlibellen overwinteren tweemaal. In het voorjaar sluipen ze uit. 

Foto: Rob Webeling

De venglazenmaker is een zeldzame en typische libellensoort van de hoge zandgronden. Het is een van de grotere libellensoorten van Nederland. Hij is voornamelijk te vinden in matig voedselarme, zure vennen en veenputten in heide- en hoogveengebieden. De larven kan je aantreffen op (dode) waterplanten die in vennen staan, of in de modder. Vanaf mei tot begin september sluipen de volwassen dieren uit. Tussen juli en augustus heb je de meeste kans om ze te zien. Venglazenmaker mannetjes zitten regelmatig op een boomstam om zich op te warmen in de zon. 

Foto: Roy van Grunsven