Nationaal Park De Hoge Veluwe is een gebied vol variatie. Bossen, heide, vennen, zandverstuivingen en landbouwgronden wisselen elkaar af. De Hoge Veluwe is samen met de rest van het natuurgebied De Veluwe het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland en staat vooral bekend om het voorkomen van grote hoefdieren. De bodem van de Hoge Veluwe bestaat vooral uit arme zandgrond, waardoor er vooral veel heide en stuifzand aanwezig is. De beboste delen bestaan voornamelijk uit naaldbos. 

Dit unieke landschap zorgt voor een grote variatie aan flora en fauna. Zo is de Hoge Veluwe één van de weinige plaatsen waar de kleine heivlinder en de bosparelmoervlinder voorkomen. Vooral de begroeide stuifzanden en de open heidegebieden zijn rijk aan bijzondere soorten. De bosparelmoervlinder kun je vinden in de bosranden of op open plekken in het bos. Verder is de landschapstuin, gelegen naast het bezoekerscentrum, ook erg vlinderrijk en zeker een bezoek waard. 

Ook voor libellen biedt de Hoge Veluwe een geschikt leefgebied. Het is zeker de moeite waard om even bij de vele vennen en poelen stil te blijven staan. Want naast de algemeen voorkomende juffers en libellen die daar meestal in groten getale over het water scheren, heb je ook kans om de noordse witsnuitlibel, venwitsnuitlibel of een glassnijder te ontmoeten. In het voorjaar kun je tussen de tientallen blauw gekleurde watersnuffels ook maanwaterjuffers vinden. Beide soorten vliegen op dezelfde kenmerkende manier in een rechte lijn over het water. Na enige oefening zijn de donkergekleurde maanwaterjuffers goed te onderscheiden van de watersnuffels. 

Zeldzame vlinders in dit gebied

De grote parelmoervlinder geeft de voorkeur aan blauwgraslanden en droge heiden bij bossen. Deze vlinder komt alleen nog voor op de Waddeneilanden en plaatselijk op de Veluwe. 

Foto: Sjors Gitmans

De kommavlinder is de laatste jaren sterk achteruitgegaan in aantal en is nog op maar een aantal plaatsen in Nederland te vinden. Hij geeft de voorkeur aan droge, schrale graslanden, duinen en heidegebieden. Het mannetje heeft een kommavormige streep op de voorvleugels, vandaar de naam kommavlinder. 

Foto: Sjors Gitmans

De bosparelmoervlinder kwam vroeger ook nog in Limburg voor, maar nu alleen nog maar op de Veluwe. Deze vlinder geeft de voorkeur aan bosranden, kapvlakten, graslanden en wegbermen, en in het bijzonder de overgang van bos naar heide. 

Foto: Leo Deknatel

De kleine heivlinder komt alleen nog voor op enkele terreinen op de zuidelijke Veluwe. Deze soort geeft de voorkeur aan buntgrasvlaktes met alleenstaande, grote pollen struikheide. 

Foto: Jeroen Veeken

Zeldzame libellen in dit gebied

De venglazenmaker is een zeldzame en typische libellensoort van de hoge zandgronden. Het is een van de grotere libellensoorten van Nederland. De venglazenmaker is voornamelijk te vinden in matig voedselarme, zure vennen en veenputten in heide- en hoogveengebieden. De larven kan je aantreffen op (dode) waterplanten die in vennen staan, of in de modder. Vanaf mei tot begin september sluipen de volwassen dieren uit, tussen juli en augustus heb je de meeste kans om ze te zien. De venglazenmaker mannetjes zitten regelmatig op een boomstam om zich op te warmen in de zon. 

Foto: Roy van Grunsven