Keizersmantel: lichtpuntje in donkere dagen

In deze donkere dagen is het fijn om ook eens goed nieuws te brengen. Want ook al gaat het niet goed met de vlinders en biodiversiteit in ons land, er zijn ook lichtpuntjes. De keizersmantel, een prachtige grote parelmoervlinder, is aan een sterke opmars bezig. Was deze vlinder jarenlang een incidentele zwerver, inmiddels is hij op veel plekken te zien en heeft hij vaste populaties.

In de vorige eeuwen was de keizersmantel wijd verbreid. Dat zie je juist aan het ontbreken van speciale aandacht voor deze vlinders in de beschrijvingen van vlindertochten in die tijd. De soort werd in artikelen slechts in bijzinnen genoemd en was dus blijkbaar geen speciale vermelding waard. Iedere verzamelaar had al gauw een tiental exemplaren in zijn collectie. In 1853 beperkt De Graaf zich tot “in Gelderland dikwijls gevangen”. Lempke schrijft in 1936: “In boschachtige streken in het N., O. en Z., soms gewoon, maar meestal weinig talrijk”. Wie de keizersmantel uit het buitenland kent, weet dat het vaak een buitengewoon talrijke vlinder kan zijn. Blijkbaar was de soort in 1936 echter al niet meer heel veel aanwezig. Tussen 1981 en 1986 meldt de vlinderatlas van De Vlinderstichting slechts zestien vlinders uit vijftien uurhokken (5×5 kilometer). We mogen aannemen dat dit uitsluitend zwervers waren en dat de soort zich toen niet voortplantte in Nederland. Vanaf 1990 is het aantal wisselend, van maar één of twee per jaar tot ‘topjaren’ dat er tientallen werden gemeld, maar ook dit leken allemaal zwervers te zijn.

Sed posuere consectetur est at lobortis. Nullam id dolor id nibh ultricies vehicula ut id elit. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit.

Doe mee!