Vorig jaar werden we blij verrast door een enorme hoeveelheid dagpauwogen die eind augustus en begin september aanwezig waren. De zomergeneratie in juli was dit jaar erg vroeg en dan zouden we nu de verse dagpauwogen kunnen verwachten, maar er worden er maar weinig doorgegeven. Komen ze nog?
De nazomer van 2024 was bijzonder doordat er enorme hoeveelheden dagpauwogen vlogen. De zomergeneratie had zich massaal voortgeplant en dit leidde tot een enorme piek. De laatste tijd zien we vaker dat de dagpauwoog een extra generatie produceert. Gingen vroeger de zomervlinders uit juli en augustus in overwintering, de laatste jaren planten deze zich voort alvorens te sterven. Deze extra generatie kan het gevolg zijn van klimaatverandering.
We zien bij meer soorten dat er extra generaties komen. Vorig jaar leidde die extra voortplanting tot enorme aantallen. Dat had te maken met de kwaliteit van hun waardplant, de brandnetel. 2024 was een vochtig jaar en in augustus stonden de brandnetels er nog steeds vitaal bij, ideaal voedsel dus voor de duizenden rupsen van dagpauwoog.
Dit jaar is echter een droog jaar en als we nu naar brandnetels kijken, zien we veel kwijnende en verdorde planten. Als een vrouwtje al eitjes heeft afgezet, is de kans klein dat er op deze miezerige planten grote aantallen dagpauwoog kunnen ontwikkelen. Vergeleken met 2024 worden er ook veel minder rupsennesten gemeld en het lijkt er dus op dat er niet veel dagpauwogen meer zullen verschijnen.
Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LVVN en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Beeld: Kars Veling; meetnet vlinders
