Vliegtijd & gedrag
Verspreiding in Nederland
Trends
Levenscyclus
Donkere waterjuffer
De levenscyclus duurt waarschijnlijk een jaar. De larven gaan volgroeid de winter in en sluipen in korte tijd uit in het vroege voorjaar: eind april tot half mei. Deze zijn weinig variabel van kleur.
Herkenning
Kenmerken
Lengte: 31-34 mm. Zeer donker gekleurde waterjuffers met contrasterende lichte delen aan het begin en aan het einde van het achterlijf. Mannetje: enige waterjuffer met geheel donkere achterlijfsegmenten 4, 5 en 6 (bovenaanzicht). Lichte delen op borststuk, begin achterlijf en top achterlijf kunnen blauw zijn, maar hebben vaak een groene zweem. Dit levert een kenmerkende turkooizen kleur op. In het lichtgekleurde segment 9 staat een zwarte, bekervormige figuur. Schouderstrepen ontbreken of zijn sterk gereduceerd. De onderste achterlijfsaanhangselen zijn opvallend lang en breed, met het blote oog goed zichtbaar. Vrouwtje: lichte delen op borststuk, begin achterlijf en top achterlijf zijn lichtblauw tot groen, soms roze. Segment 2 licht met een spitse, vaak ruitvormige zwarte vlek. Segment 8 licht met bekervormige zwarte vlek. Segmenten 4 tot en met 7 geheel donker (bovenaanzicht). Schouderstrepen normaal ontwikkeld. Mannetje: onderste achterlijfsaanhangsels zeer groot, tweemaal zo lang als segment 10. Vaak met grijzige berijping. Vrouwtje: achterrand halsschild met rechthoekige uitstulping in het midden.
Gelijkende soorten
Gelijkende soorten: Vrouwtje variabele waterjuffer (donkere vorm) en lantaarntje. Meer over gelijkende soorten: Mannetjes van donkere waterjuffer zijn eigenlijk onmiskenbaar. Eventueel kan verwarring optreden met donkere varianten van de variabele waterjuffer of met het lantaarntje. De enorme onderste achterlijfsaanhangselen van mannetjes donkere waterjuffer sluiten echter elke twijfel uit. In vlucht vallen mannetjes donkere waterjuffer vaak op door de typische turkooizen kleur. Dit helpt om donkere waterjuffers eruit te pikken, tussen de vaak talrijk aanwezige variabele waterjuffers. Vrouwtjes donkere waterjuffer zijn veel makkelijker met andere waterjuffers te verwarren, vooral met variabele waterjuffer. De belangrijkste verschillen met deze soort zijn de grote hoeveelheid blauw (of andere lichte kleur) aan het begin van het achterlijf, met daarin een spitse zwarte tekening, en het blauwe segment 8, met daarin een zwarte bekervormige tekening. In geval van twijfel geeft de vorm van de achterrand van het halsschild uitsluitsel.
Uiterlijk van de larve
Lengte: 19 - 23 mm. waarvan de achterlijfaanhangsels, procten, 7 - 8 mm. De procten hebben een afgeronde uiteinde en geen bandering. De randen van het achterste (distale) deel van de procten zijn verdikt en dit deel is sterker beaderd dan het voorste (basale) deel. Ze hebben een niet-gesteeld kort en breed vangmasker, prementum
Verwarring met andere larven
Speerwaterjuffer en de maanwaterjuffer, deze drie soorten hebben aan het achterste deel van de procten een verdikte rand. Onderscheid met de donkere waterjuffer is het prementum, deze is bij de speer-en maanwaterjuffer langer en slanker ook zijn de voor- en achterste deel van de procten bij speer- en maanwaterjuffer gelijk beaderd.
Foto's
Larve
Libel
Habitat
Verspreiding
Vliegtijd en gedrag
Van eind april tot eind mei. Hoofdvliegtijd zeer kort en sterk afhankelijk van het weer, meestal in de eerste helft van mei. De imago’s vliegen goed verscholen tussen halfopen, in het water staande rietvegetatie. Behalve dat ze tussen de stengels makkelijk over het hoofd zijn te zien, gaan ze schuil tussen een meestal veel grotere groep variabele waterjuffers. Eitjes worden in tandem afgezet op drijvende en ondergedoken planten.
Mobiliteit
Beperkt, slechts korte afstanden kunnen worden afgelegd.
In Nederland
Ja
Regionaal
Natuurgebied De Weerribben, in het noorden van Overijssel.
Europa
Noordoostelijke soort: Finland, Zuid-Zweden, Zuidoost-Noorwegen, Baltische Staten, Polen, Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne. In West-Europa vrijwel overal verdwenen, alleen nog zeer lokaal in Duitsland, Denemarken en Nederland. Uitgestorven in Engeland.
Mondiaal
Oostelijk tot in Siberië en Mongolië.