Vliegtijd & gedrag
Verspreiding in Nederland
Trends
Levenscyclus
Gaffelwaterjuffer
Vermoedelijk eenjarig. Het is nog niet bekend wanneer deze soort in Nederland uitsluipt. Vermoedelijk van eind mei tot half juli. Larvenhuidjes zijn vaak te vinden tot enkele decimeters hoog op planten in de oever of op emerse vegetatie."
Herkenning
Kenmerken
Lengte: 30-33 mm. Kleine waterjuffer met lichtbruine of grijze pterostigma’s. Mannetje: kenmerkende verdeling van blauw en zwart op het achterlijf. Segmenten 3, 4 en 5 voor ongeveer de helft blauw, 6 en 7 (vrijwel) geheel zwart, 8 en 9 grotendeels blauw. Segment 2 meestal met gaffelvormige zwarte tekening, die met de achterrand is verbonden. Onderkant van de ogen meestal groen, soms blauw. Vrouwtje: vrij veel lichte tekening op het achterlijf, vooral op segmenten 2 tot en met 5. De lichte delen kunnen blauw zijn, maar ook groen, geel of bruinig. Mannetje: bovenste achterlijfsaanhangsels langer dan onderste (zijaanzicht). Vrouwtje: achterrand van het halsschild diep accoladevormig, met smalle uitstulping in het midden.
Gelijkende soorten
Gelijkende soorten: Andere blauwe juffers, vooral azuurwaterjuffer en variabele waterjuffer. Meer over gelijkende soorten: Mannetje van andere blauwe waterjuffers hebben blauw aan de basis van achterlijfssegment 6, waardoor zij niet het typische achterlijfspatroon hebben van mannetjes gaffelwaterjuffer. Dit geldt niet voor mannetjes van maanwaterjuffer, maar die hebben ook meer zwart op de eerste helft van het achterlijf en bovendien een groene onderkant van het borststuk. Donkere exemplaren van variabele waterjuffer kunnen ook op de gaffelwaterjuffer lijken, maar zijn langer, slanker en hebben meestal onderbroken schouderstrepen. Vrouwtjes gaffelwaterjuffer zijn blauwer dan vrouwtjes van de meeste andere soorten, maar voor zekere determinatie moet de vorm van de achterrand van het halsschild bekeken worden.
Uiterlijk van de larve
Lengte: 14 - 21 mm; waarvan de achterlijfaanhangsels, procten, 3 - 6 mm. Een vrij klein larvenhuidje met meestal korte afgeronde procten. Randen van het achterste deel van de proct zijn niet verdikt.
Verwarring met andere larven
Kan door de relatief korte procten verward worden met de mercuurwaterjuffer en de vogelwaterjuffer.Het onderscheid is te zien, onder vergroting, aan de stand van de buitenste borstelhaar, op het prementum, ten opzichte van de rand. Bij de gaffelwaterjuffer is deze relatief klein.Ook kan er verwarring optreden met de azuurwaterjuffer, de variabele waterjuffer en de watersnuffel. Bij deze laatste drie zijn de procten langer en is de afstand tussen de buitenste borstelhaar tot de rand op het prementum groter.
Foto's
Larve
Libel
Habitat
Verspreiding
Vliegtijd en gedrag
Vliegtijd nog niet goed bekend voor de Nederlandse situatie. Vermoedelijk eind mei tot eind juli.
Mobiliteit
De noordwaartse uitbreiding van deze soort verloopt vrij langzaam maar er zijn vrij grote afstanden tussen de (bekende) populaties. Het is niet duidelijk of de mobiliteit de uitbreding beperkt of dat er andere oorzaken zijn.
In Nederland
Ja
Regionaal
In Zeeuws-Vlaanderen, in de omgeving van Cadzand ontdekt in 2007. Momenteel verspreid in Zeeland ten zuiden van de Oosterschelde, hier lokaal talrijk. In 2003 werd een zwerver waargenomen bij Tegelen, Limburg. Hierna zijn enige jaren geen waarneming in Limburg bekend. Sinds 2010 een langzame uitbreiding met populaties verspreid in de provincie. Nu aanwezig in een groot deel van Nederland tot in Drenthe.
Europa
Zuidelijke soort: Frankrijk, Iberisch Schiereiland, Italië en Balkan. Lokaal in Midden- en West-Europa. Breidt zich naar het noorden uit.
Mondiaal
Oostelijk tot in Iran, zuidelijk tot in Noord-Afrika.