Vliegtijd & gedrag
Verspreiding in Nederland
Trends
Levenscyclus
Rivierrombout
Over de levenscyclus van de rivierrombout is nog maar weinig bekend. De vermoedens zijn dat het ei overwintert en in juni-juli uitkomt. De ontwikkeling van de larve kan 3 tot 4 jaar duren.Uitsluiptijd eind mei tot half augustus. De larvenhuidjes zijn in de regel te vinden horizontaal op zandstrandjes tot soms tientallen meters van de waterlijn; ook zijn ze wel te vinden verticaal tegen stenen of plantenmateriaal. Los gespoelde huidjes kun je vinden in de aanspoelzone. De eieren zijn klein en ovaal, met een puistvormig uitsteeksel aan één punt (lengte 0,50-0,59 mm, breedte 0,37-0,39 mm). De eieren worden op het wateroppervlak afgezet.
Herkenning
Kenmerken
Lengte: 50-55 mm. Slanke rombout. Oogt zeer geel, ook op de poten. Achterlijf in bovenaanzicht met een vrijwel geheel doorlopende gele lengtestreep op een zwarte achtergrond. Voor een goede determinatie is de borststuktekening belangrijk. Deze bestaat uit vrij brede zwarte strepen. Rugstreep en schouderstreep raken elkaar meestal, waardoor op de schouders een afgegrensde gele ovale vlek aanwezig is. De gele baan tussen de zwarte schouderstreep en zwarte schoudernaadstreep is breder dan deze twee strepen en loopt zonder onderbreking door naar de aanhechting van de voorpoot (zijaanzicht). Geen doorlopende eerste zijnaadstreep. Mannetje: achterlijf slank, aan de basis sterk getailleerd en met een duidelijke knotsvormige verbreding ter hoogte van segmenten 7 tot 10. Vrouwtje: breder postuur en nauwelijks knotsvormige verbreding van het achterlijf.
Gelijkende soorten
Gelijkende soorten: Plasrombout en beekrombout. Meer over gelijkende soorten: De plasrombout heeft duidelijk smallere borststukstrepen, inclusief een geheel doorlopende eerste zijnaadstreep. De mannetjes hebben slechts een zwakke knotsvormige verbreding aan het achterlijf. De beekrombout oogt plomper en is donkerder. De poten zijn vrijwel geheel zwart, net als de bovenzijde van achterlijfsegmenten 8, 9 en 10. De gele baan tussen de zwarte schouderstreep en schoudernaadstreep is veel smaller dan deze strepen. Beide gelijkende soorten hebben geen afgegrensde ovale gele schoudervlek.
Uiterlijk van de larve
Lengte: 31-35 mm.Vrij lange rombout zonder doornen of knobbels op de rug. Segment 9 is opvallend lang en smal. De tibia (scheenbeen) van het middelste pootpaar zonder spoor(uitsteekstel). Prementum relatief lang gerekt. De labiale palp heeft een puntig uiteinde.De larvehuidjes zijn weinig variabel in kleur.
Verwarring met andere larven
Kan worden verward met de andere Gomphus soorten, met name de plasrombout die ook een langere 9e segment heeft. Het onderscheid is dat alle andere Gomphus soorten een spoor hebben op het Tibia van de middelste pootpaar.Verwarring is ook mogelijk met de gaffellibel, kleine- en grote tanglibel. Deze soorten hebben wel opvallende rugknobbels, en de labiale palp is bij deze soorten afgerond.
Foto's
Larve
Libel
Habitat
Verspreiding
Vliegtijd en gedrag
Begin juni tot eind september. De meeste waarnemingen hebben betrekking op vers uitgeslopen individuen in juni en juli. Uitsluipen wordt vooral op en langs zandstrandjes waargenomen. Na het uitsluipen vliegen de imago’s weg van het water. Sommige dieren zijn daarna jagend in de uiterwaarden te vinden, maar de meeste exemplaren verdwijnen spoorloos. Voortplanting vindt plaats langs de rivier, maar wordt eveneens niet vaak waargenomen. Eitjes worden door het vrouwtje in open water afgezet.
Mobiliteit
De snelle opmars van de rivierrombout in Nederland maakt duidelijk dat de soort zich snel door en langs rivieren kan verspreiden. Verspreiding gebeurt waarschijnlijk zowel door imago’s als door wegdrijvende larven. Imago’s kunnen waarschijnlijk vrij grote afstanden afleggen.
In Nederland
Ja
Regionaal
Alle grote rivieren en de Roer zijn inmiddels door de rivierrombout bezet, maar de dichtheden verschillen van plaats tot plaats sterk. In de Maas en de Roer is de rivierrombout zeldzaam.
Europa
Ook in andere delen van Europa heeft de soort zich hersteld. Inmiddels komt de rivierrombout weer voor in de meeste grote laaglandrivieren in West-, Midden, Oost- en Zuidoost-Europa. Niet op het Iberisch Schiereiland, de Britse Eilanden en Scandinavië.
Mondiaal
Oostelijk tot in Siberië, niet in Afrika.