Tweevlek

Epitheca bimaculata

Vliegtijd & gedrag

Tweevlek

Verspreiding in Nederland

Tweevlek

Trends

Levenscyclus

Tweevlek

De larven overwinteren twee of drie keer. Uitsluipen vindt in Centraal-Europa vrijwel uitsluitend plaats in mei. De larvenhuidjes zijn meestal in de oevervegetatie te vinden, varierend van enkele decimeters tot een meter hoogte, vaak aan de onderzijde van bladeren. Maar net als bij de smaragdlibel zijn sommige goede wandelaars en klimmers en kunnen soms hoog in bomen of tientallen meters van de waterkant gevonden worden.

Herkenning

Kenmerken

Lengte: 55-60 mm. Grote soort. Lichaamskleuren bruin, oranje en zwart, zonder metaalglans zoals bij alle andere glanslibellen. Ogen van uitgekleurde dieren wel glimmend met metaalglans, maar minder felgroen dan bij andere soorten uit de familie. Vleugels met oranje tint, vooral duidelijk bij de voorranden. In de basis van de achtervleugels staat een grote zwarte vlek. Mannetje: achterlijf breed beginnend en spits toelopend. Segmenten 1 en 2 oranje, de overige segmenten zwart met oranje zijvlekken. Achterlijfsaanhangselen opvallend V-vormig. Vrouwtje: als mannetje, maar breder gebouwd. Oranje vlekken aan de zijkanten van het achterlijf zijn veel uitgebreider, waardoor er een zwarte, spits toelopende streep op het midden van de achterlijfsrug overblijft.

Gelijkende soorten

Gelijkende soorten: Door lichaamskleur, patroon en zwarte basisvlekken in de achtervleugels lijkt de tweevlek meer op de viervlek en de bruine korenbout dan op andere soorten uit de familie van de glanslibellen. Meer over gelijkende soorten: De tweevlek is langer dan andere glanslibellen en korenbouten. De achterlijfstekening van het mannetje lijkt sterk op die van de viervlek. De achterlijfstekening van het vrouwtje lijkt sterk op die van de bruine korenbout (vrouwtjes en jonge mannetjes). Welbeschouwd is het achterlijf echter anders getekend en anders van vorm. De vleugels van de tweevlek zijn meestal meer oranje getint dan bij de gelijkende soorten. De viervlek heeft een donker vlekje halverwege de vleugelvoorranden. De bruine korenbout heeft vaak donkere vleugeltopjes. Deze vlekken zijn bij de tweevlek afwezig. Uitgekleurde tweevlekken hebben glimmende ogen, viervlek en bruine korenbout niet. Tot slot is het gedrag van de tweevlek anders: ze vliegen lang boven open water en gaan niet vaak zitten. Als ze zitten doen ze dit vrijwel vertikaal in plaats van vrijwel horizontaal.

Uiterlijk van de larve

Lengte: 27-32 mm.Voor de familie van de glanslibellen is het een opvallend grote larve met grote en sterk gekromde rugdoornen. De zijdoornen op segment 9 zijn lang tot voorbij de helft van de anaalpiramide. Ook opvallend en kenmerkend zijn de twee doornen op de occiput.De huidjes zijn verder weinig varierend in kleur met vaak op de zijkant van het borststuk een donkere band.

Verwarring met andere larven

Door duidelijke kenmerken, lange zijdoorns op segment 9 en doornen op het occiput en grootte is er geen verwarring met andere soorten.

Foto's

Verspreiding

Vliegtijd en gedrag

Korte vliegtijd: mei en juni. De enige Nederlandse waarneming werd gedaan op 8 juni. Jonge imago’s houden zich voornamelijk in het bos op, maar worden niet vaak waargenomen. Geslachtsrijpe tweevlekken worden meestal vliegend boven open water gezien, ver uit de kant. De mannetjes maken daar lange patrouillevluchten. Vrouwtjes zetten de eitjes solitair af in volle vlucht, op plaatsen met veel waterplanten. Ze persen een klomp van honderden eitjes uit het achterlijf, zichtbaar als een oranje bal, en dippen dan het achterlijf in het water. De eitjes laten los, zwellen op en de bal ontvouwt zich tot een lange sliert die met waterplanten verstrengeld raakt.

Mobiliteit

Mobiele soort, maar geen uitgesproken zwerver.

In Nederland

Ja

Regionaal

De enige Nederlandse waarneming komt uit de omgeving van Arnhem.

Europa

Noordoostelijke soort. Vooral in Oost-Duitsland, Polen, Baltische Staten, Wit-Rusland en het zuiden van Noorwegen, Zweden en Finland. In Centraal-Europa zeldzaam en lokaal. Dichtstbijzijnde populatie in het uiterste zuiden van België.

Mondiaal

Oostelijk tot in Siberië en Japan. Niet buiten Europa en Azië.

Habitat

Vrij grote en diepe stilstaande wateren, zoals meren, plassen, dode rivierarmen en visvijvers. Het water is rijk aan ondergedoken waterplanten en meestal visrijk.

Waardplant

Laagveen

Plas

Ven

Visvijver

Benaming

  • Engelse naam Eurasian Baskettail
    Two-spotted Dragonfly
  • Duitse naam Zweifleck
  • Franse naam Cordulie à deux taches

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
(Gr.) epithekeomhulling; duidt op de grote legschede van het wijfje en niet op de in een pakket onder het achterlijf gedragen eieren, zoals Robert (1959) stelt (L.) bistweemaal, maculatagevlekt

Auteursnaam en jaartal
(Charpentier, 1825)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden