Vliegtijd & gedrag
Verspreiding
Levenscyclus
Hoogveenglanslibel
Een klein deel van de (laat afgezette) eieren overwintert, maar het merendeel komt voor de winter uit. De larven leven op zeer voedselarme plaatsen en hebben daardoor een lang larvenstadium. Meestal worden drie winters als larve doorgebracht, soms twee, vier of vijf. Uitsluipen gebeurt vanaf eind mei tot eind juli, maar vooral in juni. Larvenhuidjes zijn te vinden op het veenmos of enkele cm. hoog hangend aan een stengel die boven het veenmos uitsteekt. De ei-afzetting vindt plaats in de middaguren tijdens warm weer. Het wijfje vliegt hierbij laag over het water met het negende en tiendeabdominaal segment omhooggebogen en dompelt met intervallen van enkele seconden het uiteinde van het abdomen in het water. Daarbij worden tien tot twintig eieren tegelijk afgezet; deze verdelen zich in het water en zinken naar de bodem (Schiemenz, 1953).De eieren zijn met gel-achtige kleefstof omgeven, zijn ca. 0,5 mm lang, ovaal met aan één pool een kleine uitstulping. Elk wijfje produceert ongeveer 1600 eieren. (overgenomen uit soortenbank.nl)

Vlinder
Verspreiding
Noordelijk Eurazië tot in Japan.
Benaming
- Engelse naam Northern Emerald
- Duitse naam Arktische Smaragdlibelle
- Franse naam Cordulie arctique
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Toelichting wetenschappelijke naam
(Gr.) somalichaam, chlorosgroen (L.) arcticanoordelijk; afkomstig van (Gr.) arktos (beer); het noorden ligt onder de sterrenbeelden Grote en Kleine Beer
Auteursnaam en jaartal
(Zetterstedt, 1840)