Vliegtijd & gedrag
Verspreiding in Nederland
Trends
Levenscyclus
Mercuurwaterjuffer
In onze streken overwinteren de larven meestal tweemaal. Uitsluipen gebeurt in het voorjaar, hoofdzakelijk in mei. De larvenhuidjes zijn meestal te vinden op de oevervegetatie tot enkele decimeters hoog, ook zijn ze wel te vinden op emerse watervegetatie (deels bovenwater) in stroomluwe delen.
Herkenning
Kenmerken
Lengte: 27-31 mm. Kleine, compact gebouwde waterjuffer met relatief smalle schouderstrepen. Mannetjes: grondkleur achterlijf en borststuk diepblauw. De zwarte tekening op segment 2 is variabel, maar meestal in de vorm van een ‘mercuriushelm’: een driehoek met daaraan twee hoorns. Figuurtjes op segmenten 3, 4 en 5 ingesnoerd en in het midden met een kleine spits, ongeveer de helft van het segment beslaand. Segment 6 eveneens voor ongeveer de helft zwart. Segment 7 met klein beetje blauw aan de basis. Segmenten 8 en 9 grotendeels blauw. Vrouwtje: bleke grondkleur: groen, geel, beige of blauw. Achterlijfsrug geheel donker. Enige harde kenmerk is de vorm van de achterrand van het halsschild (zie Detailkenmerken). Mannetje: bovenste achterlijfsaanhangsels langer dan de onderste (zijaanzicht). Vrouwtje: achterrand halsschild vrijwel geheel recht en afgezet met een doorlopende lichte streep. In het midden staat een kleine, stompe uitstulping.
Gelijkende soorten
Gelijkende soorten: Andere blauwe waterjuffers en watersnuffel. Meer over gelijkende soorten: In de specifieke habitat van de mercuurwaterjuffer (kleine zuurstofrijke beekjes) komt meestal ook de azuurwaterjuffer voor, terwijl andere blauwe juffers meestal ontbreken. Dit geldt overigens alleen voor de Nederlandse situatie: in het buitenland komen vogelwaterjuffer, gaffelwaterjuffer en zuidelijke waterjuffer op vergelijkbare beekjes voor. Mannetjes azuurwaterjuffer zijn langer en blauwer dan de mercuurwaterjuffer en hebben aan de zijkant van de achterlijfssegmenten dunne zwarte spitsjes die naar voren wijzen. Bij mercuurwaterjuffers ontbreken deze spitsjes. Verder is het zwarte figuurtje op segment 2 anders gevormd en de bovenste achterlijfsaanhangselen verschillen in lengte. Vrouwtjes mercuurwaterjuffer vallen ten opzichte van azuurwaterjuffer op door hun kleine formaat en gedrongen bouw, maar uitsluitsel kan alleen worden verkregen aan de hand van de vorm van de achterrand van het halsschild.
Uiterlijk van de larve
Lengte: 14 - 18 mm. waarvan de achterlijfaanhangsels, procten, 3 - 4 mm. Een kleine larve met opvallend korte procten zonder banden. Andere karakteristieke eigenschappen zijn alleen onder een vergroting te zien, dit betreffen de stand van de beharing op het prementum en de grote borstelharen langs het achterlijf.
Verwarring met andere larven
Lijkt het meest op de vogelwaterjuffer echter de borstelharen op het achterlijf (op de carina lateralis) zijn klein en de hoek tussen de beharing op het prementum is kleiner. Dit laatste geld ook voor de gelijkende gaffelwaterjuffer.
Foto's
Larve
Libel
Habitat
Verspreiding
Vliegtijd en gedrag
In de ons omringende landen van eind mei tot eind juli. De meeste imago’s zijn tussen de in het water staande planten te vinden en in de vegetatie langs de beek, zelden verder dan 10 meter van de waterkant. Overnachten gebeurt ook op enkele meters afstand van de beek. Eitjes worden in tandem onder de waterspiegel afgezet, in ondergedoken of in het water staande planten.
Mobiliteit
Zeer laag. Een zwakke vlieger, die zich zelden ver van het water begeeft.
In Nederland
Ja
Regionaal
Komt sinds 2011 weer voor in Nederland. De kans voor meer populaties lijkt het grootst in Limburg, Twente of de Achterhoek.
Europa
Zuidwestelijke soort: Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië. Verder lokaal in België, Duitsland, Zwitserland en Groot-Brittannië.
Mondiaal
Beperkt tot Zuidwest-Europa en Noord-Afrika.