Noordse witsnuitlibel

Leucorrhinia rubicunda

noordse witsnuitlibel

Vliegtijd & gedrag

Verspreiding

Levenscyclus

Noordse witsnuitlibel

De larven overwinteren twee keer. Uitsluipen gebeurt vroeg: van begin april tot half juni. In jaren met een uitzonderlijk warme herfst kunnen incidenteel larven uitsluipen die eigenlijk zouden moeten overwinteren. De larvenhuidjes zijn te vinden tot op enkele decimeters hoogte in de oevervegetatie. Het eierleggende wijfje wordt al of niet door het mannetje bewaakt (zie onder L. dubia) en sleept daarbij de punt van het abdomen door het water in plaats van het af te tippen, zoals bij andere soorten voorkomt (Wesenberg-Lund, 1913). Het leggen geschiedt op plaatsen waar dicht onder de oppervlakte waterplanten groeien.Overgenomen van de soortenbank

Verspreiding

Oostelijk tot het Baikalmeer. Niet buiten Eurazië.

Benaming

  • Engelse naam Ruby Whiteface
    Northern White-faced Darter
  • Duitse naam Nordische Moosjungfer
  • Franse naam Leucorrhine rubicunde

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
(Gr.) leukoswit, rhiniosneuzig (L.) rubicundarood, roodbruin, gebruind, rood verbrand

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Herkenning

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bosven

Duinplas

Heideven

Hoogveen

Laagveen

Laagveen, petgat

Plas

Ven

Planten

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden