Vliegtijd & gedrag
Verspreiding
Levenscyclus
Tengere grasjuffer
De larven overwinteren meestal een keer en sluipen uit van half mei tot begin september. Uit zuidelijke landen worden twee of zelfs drie generaties per jaar gemeld, in snel opwarmende habitats. Er zijn aanwijzingen voor dat een tweede generatie ook in Nederland optreedt, maar het is nog onduidelijk of dit regel is of uitzondering. De vliegperiode laat wel twee pieken zien, wat wijst op twee generaties. De eitjes zijn goed in staat om droge periodes te overleven. Tussen waterplanten of op de kale bodem. De larvehuidjes zijn weinig variabel van kleur.Ze zijn vaak te vinden tot maximaal enkele centimeters hoog op planten in de oever of op al aanwezige emerse vegetatie; soms met de procten nog in het water.

Vlinder
Verspreiding
Oostelijk tot in Mongolië, zuidelijk tot in Noord-Afrika.
Benaming
-
Engelse naam
Small Bluetail
Scarce Blue-taild Damselfly - Duitse naam Kleine Pechlibelle
- Franse naam Agrion nain
- Oud Nederlandse naam klein blauwgatje
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Toelichting wetenschappelijke naam
(Gr.) ischnosdun, mager urastaart; duidt op het slanke achterlijf (L.) pumiliodwerg
Auteursnaam en jaartal
(Vander Linden, 1825)