Vliegtijd & gedrag
Verspreiding in Nederland
Trends
Levenscyclus
Houtpantserjuffer
De overwintering gebeurt als ei. De eieren komen in het voorjaar uit, waarna de larvale fase twee tot drie maanden in beslag neemt. De larven sluipen uit van eind juni tot in oktober. Larvenhuidjes zijn te vinden op waterplanten in de oeverzone van de voortplantingswateren, enkele decimeters tot enkele meters hoog. Eitjes worden afgezet onder de bast van houtige takken die over (of vlakbij) het water hangen. De boom of struik reageert hierop met licht galvorming. Hierdoor zijn gebruikte takken te herkennen aan een dubbel spoor van bobbeltjes, waaronder de eitjes zich bevinden.
Herkenning
Kenmerken
Lengte: 39-48 mm. De langste pantserjuffer. Lichaam geheel metaalgroen. Achterhoofd geheel donker. Zijkant van het borststuk is kenmerkend getekend: vanuit de metaalgroene bovenzijde loopt een puntige uitstulping in de lichte onderzijde (het zogenaamde 'schiereilandje'). Pterostigma’s effen geel gekleurd, lichter dan bij ander pantserjuffers (voor dit kenmerk uitgekleurde dieren bekijken). Mannetjes: geen blauwgrijze berijping op het achterlijf (uitgekleurde dieren bekijken). Vrouwtje: grove tanden op het legapparaat. Mannetje: bovenste achterlijfsaanhangsels licht gekleurd. Onderste achterlijfsaanhangsels kort en recht.
Gelijkende soorten
Gelijkende soorten: Andere pantserjuffers, vooral jonge dieren die nog geen donkere pterostigma’s hebben en nog geen berijping op het achterlijf. Meer over gelijkende soorten: De houtpantserjuffer is langer, slanker en groener dan andere pantserjuffers. De combinatie van het geheel donkere achterhoofd, het ‘schiereilandje’ op het borststuk, de lichte pterostigma’s en het ontbreken van blauwe berijping bij de mannetjes maakt deze soort onmiskenbaar. Houtpantserjuffers gedragen zich anders dan andere pantserjuffers. Ze zitten meestal niet in zeggen, biezen e.d. langs het water, maar in bomen of struiken.
Uiterlijk van de larve
Lengte 23-29 mm, waarvan procten 7-9 mm.
Verwarring met andere larven
Kan worden verward met bruine- en noordse winterjuffer door niet gesteelde prementum. De nauw verwante pantserjuffers (Lestes) hebben een duidelijke gesteelde prementum. Lijkt verder op vertegenwoordigers van de waterjuffers, met name de grote roodoogjuffer. Onder een vergroting is te zien dat de juffer geen beharing heeft op de beweeglijke (bovenste) tand van het vangmasker.
Foto's
Larve
Libel
Habitat
Verspreiding
Vliegtijd en gedrag
Van eind juni tot begin november, hoogste dichtheid in augustus en eerste helft september. Imago’s zijn vaak te vinden op beschutte plaatsen op enige afstand van het water, zoals bosranden, struiken en ruigten. Eitjes worden afgezet onder de bast van takken die over (of vlakbij) het water hangen. Allerlei boom- en struiksoorten worden hiervoor benut. Als het aanbod van over het water hangende takken klein is, zijn meerdere eiafzettende paartjes bij elkaar aan te treffen.
Mobiliteit
Mobiel genoeg om nieuwe geschikte gebieden snel te koloniseren.
In Nederland
Ja
Regionaal
In heel Nederland aan te treffen op plaatsen met bomen of struiken aan de waterkant. Ontbreekt alleen in grote open polders en zeekleigebieden, waar dergelijke begroeiing ontbreekt.
Europa
Midden- en Zuid-Europa. Pas onlangs voor het eerst aangetroffen in Groot-Brittannië. Ontbreekt in Scandinavië en grote delen van Oost-Europa. Wordt in de Balkan vervangen door de sterk gelijkende Lestes parvidens, maar de overlap in het verspreidingsgebied van beide soorten is nog onvoldoende bekend.
Mondiaal
Oostelijk tot in het Midden-Oosten, zuidelijk tot in Noord-Afrika.