Project – Bescherming sleedoornpage

De sleedoornpage is een zeldzame vlinder die op de Rode Lijst staat als bedreigde soort. Het is de enige bedreigde vlindersoort in Nederland die vooral buiten natuurgebieden voorkomt. 

Mede mogelijk gemaakt door: De Vlinderstichting 

Het is dus belangrijk om het leefgebied van deze kwetsbare vlinder te beschermen. Omdat de vlinders erg verborgen leven, kan de sleedoornpage het best worden geteld door de eitjes te zoeken. Het tellen van de eitjes gebeurt in de winter. Lees hier alles over in dit nieuwsbericht. Zoals te lezen valt in dit nieuwsbericht, heeft de gemeente Zwolle een beheerplan gemaakt ter bescherming van de sleedoornpage. Heel fijn! In deze korte verhaaltjes, geschreven door de directeur Titia Wolterbeek, vertelt ze haar ervaring met de sleedoornpage. 

Sleedoornpage vrouwtje op guldenroede

De sleedoornpage stelt bepaalde eisen aan zijn leefomgeving. Zo legt het vrouwtje haar eitjes uitsluitend op sleedoornstruiken. Het liefst op jonge uitlopers van deze pioniersoort: daar kunnen de rupsen van eten. In de natuur gaat deze verjonging vanzelf, door vraat van bijvoorbeeld runderen en herten. Maar tegenwoordig hebben de struiken (en daarmee de vlinders) onze hulp nodig. 

De oorzaak van de achteruitgang tot de jaren tachtig van de vorige eeuw is hoofdzakelijk het verdwijnen van het kleinschalige cultuurlandschap met zijn (sleedoorn)hagen en nectarplanten. Dat de vlinder daarna nog op veel plaatsen is verdwenen, komt veelal door veroudering van sleedoornstruweel en het verwijderen of te rigoureus snoeien van sleedoorns. Ook een gebrek aan ontmoetingsbomen (‘kroegbomen’) en nectarplanten in de buurt van de sleedoorns is ongunstig. 

De sleedoornpage komt in Friesland voor bij Wolvega; in Overijssel bij Steenwijkerland, Zwolle en Ommen (Prathoek); in Gelderland bij Nunspeet, Brummen, Epe, Apeldoorn, Doesburg, Duiven, Westervoort, Huissen, Arnhem, Wageningen, Ede; in Utrecht bij Amersfoort, Soest, Overlangbroek; in Noord-Brabant bij de Kraaijenbergse plassen; en in Zuid-Limburg. De soort lijkt een voorkeur te hebben voor overgangen van warme zandgronden naar rijke en vochtige gronden, zoals klei of veen.

Er zijn meer soorten vlinders waarvan in de winter eitjes zijn te vinden op de sleedoorn en die voor verwarring kunnen zorgen met de sleedoornpage. De  meidoornuil overwintert ook als eitje; de eitjes verkleuren van lichtgeel naar bruin en zijn enigszins piramidevormig. 

De blauwrandspanner heeft witte tot roze eitjes maar ovaal van vorm en glad met een deukje. Een soort van pantoffeltjes of badkuipjes. 

Zo kun je de pop van de meidoornooglapmot (Bucculatrix bechsteinella) tegenkomen. 

Sed posuere consectetur est at lobortis. Nullam id dolor id nibh ultricies vehicula ut id elit. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit.

Doe mee!