VORJAARZOMERNAJAARWINTER

(Abraxas grossulariata)

Familie: spanners (GEOMETRIDAE)
Wanneer te zien: Half mei-eind augustus in één generatie. De vlinders komen op licht. Ze worden soms rustend waargenomen op bladeren van onder andere braam en houden zich dood als ze worden gevangen of aangeraakt. Zowel de vlinders als de rupsen worden vanwege de opvallende signaalkleuren niet door vogels gegeten.
Waar te zien: Vooral (volks)tuinen; ook heiden, struwelen en bosranden.

(Autographa gamma)

Familie: uilen (NOCTUIDAE)
Wanneer te zien: April-oktober in meerdere generaties; soms ook in de wintermaanden een waarneming. De vlinders vliegen zowel overdag als ´s nachts; ze komen goed op licht en in mindere mate op smeer. Overdag en in de schemering bezoeken ze geregeld bloemen, waarbij ze soms heftig met hun vleugels trillend op een blad of bij een bloem zitten. Hierdoor worden ze wel verward met de kolibrievlinder. 
Waar te zien: Deze soort kan overal worden aangetroffen; wordt ook geregeld in tuinen waargenomen.

(Apamea monoglypha)

Familie: uilen (NOCTUIDAE)
Wanneer te zien: Juni-augustus in één generatie; soms enkele late exemplaren in september-oktober. De vlinders komen goed op licht en op smeer. Ze bezoeken bloemen van onder andere vlinderstruik en blijven daar vaak rusten met horizontaal gehouden trillende vleugels.
Waar te zien: Graslanden, landbouwgronden, struwelen, wegbermen, bossen, heiden en moerassen.

(Opisthograptis luteolata)

Familie: spanners (GEOMETRIDAE)
Wanneer te zien: Half april-eind september in twee, mogelijk drie generaties. De tijd waarop de voorjaarsgeneratie verschijnt is afhankelijk van het stadium waarin de soort heeft overwinterd. Sommige onderzoekers veronderstellen dat de soort een regelmatig patroon heeft van drie generaties in twee jaar. De vlinders worden overdag soms na verstoring op of bij de waardplant waargenomen. Ze worden vaak vliegend gezien vlak voor de schemering en komen goed op licht.
Waar te zien: Tuinen, parken, bossen en struwelen op graslanden of heiden.

(Noctua pronuba)

Familie: uilen (NOCTUIDAE)
Wanneer te zien: Eind mei-begin oktober in één langgerekte generatie; soms een partiële tweede generatie. Bij hoge temperaturen of extreme droogte gaan de vlinders gedurende een periode van maximaal enkele weken in zomerslaap (aestivatie). De vlinders komen op licht, soms in grote aantallen. Ze komen op smeer en nectarplanten, waarop ze soms uren achtereen zitten te drinken. Overdag kunnen ze gemakkelijk opgejaagd worden uit de strooisellaag of uit lage vegetatie; de vlinders vliegen dan snel op om zich opnieuw te verbergen en tonen bij het opvliegen, net als de andere Noctua-soorten, hun fel gekleurde achtervleugels.
Waar te zien: Er bestaat geen voorkeur voor een bepaald biotoop en deze soort kan dus overal worden aangetroffen; vlinders worden ook vaak binnenshuis waargenomen.

(Macroglossum stellatarum)

Familie: pijlstaarten (SPHINGIDAE)
Wanneer te zien: Februari-november. De meeste waarnemingen worden gedaan in augustus en september. De laatste jaren wordt deze soort ook af en toe waargenomen in het vroege voorjaar en zijn er overwinterende exemplaren waargenomen. De vlinders vliegen overdag, vooral bij zonnig weer maar soms ook bij bewolking of zelfs in lichte regen; ze bezoeken allerlei soorten planten met buisvormige bloemen. Ze worden ook af en toe in de schemering of in het donker waargenomen.
Waar te zien: Vrijwel alle biotopen; ook tuinen.

(Timandra comae)

Familie: spanners (GEOMETRIDAE)
Wanneer te zien: Begin mei-eind september in twee, meestal drie generaties. De vlinders komen op licht en worden overdag vaak opgejaagd uit lage vegetatie.
Waar te zien: Allerlei vochtige plaatsen met weelderige kruidenrijke vegetaties zoals struwelen langs sloten, brede bospaden, natte weilanden en tuinen.

(Sphinx ligustri)

Familie: pijlstaarten (SPHINGIDAE)
Wanneer te zien: Half mei-begin september in één generatie. Verse vlinders zijn soms te vinden op verticale oppervlakken, zoals boomstammen, hekken en muren. De vlinders zijn actief in het donker en komen op licht. Ze hebben een lange roltong en bezoeken bloemen.
Waar te zien: Graslanden, struwelen, open bossen, tuinen en moerassen.

(Zygaena filipendulae)

Familie: bloeddrupjes (ZYGAENIDAE)
Wanneer te zien: Eind mei-eind augustus in één generatie. De vlinders bezoeken bloemen van onder andere distels. De mannetjes maken patrouillevluchten, op zoek naar onbevruchte vrouwtjes.
Waar te zien: Bloemrijke graslanden, wegbermen, kalkgraslanden, weilanden, brede bospaden en duinen.

(Peribatodes rhomboidaria)

Familie: spanners (GEOMETRIDAE)
Wanneer te zien: Eind mei-half september in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot half oktober. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen overdag rustend op boomstammen worden gevonden. De vlinders bezoeken na zonsondergang bloemen van planten zoals akkerdistel en kruiskruid. Ze komen goed en in redelijke aantallen op licht, vooral in dichte bossen.
Waar te zien: Bossen, struwelen, parken en tuinen; ook in stedelijke omgeving.

(Spilosoma lubricipeda)

Familie: spinneruilen (EREBIDAE)
Wanneer te zien: Begin mei-eind juli in één generatie; soms een partiële tweede generatie in september-oktober. De vlinders komen op licht.
Waar te zien: Bossen, heiden, duinen, struwelen en graslanden; ook parken en tuinen in stedelijke omgeving.

(Xanthorhoe fluctuata)

Familie: spanners (GEOMETRIDAE)
Wanneer te zien: Begin april-eind september in twee generaties. De vlinders worden overdag soms rustend aangetroffen op muren. Ze vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
Waar te zien: (Volks)tuinen en stukjes ruige grond in stedelijke omgeving; ook bossen en duinen.