Bedreigd

Aardbeivlinder

Pyrgus malvae

aardbeivlinder

Vliegtijd & gedrag

Half april-half juni in één generatie. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende kruiden; soms zijn ze ook te vinden op bramen in de bosrand. De mannetjes verdedigen een territorium vanaf een hoge plek, zoals een grashalm of een bloemknop.

Verspreiding

Levenscyclus

Aardbeivlinder

De rups is te zien van eind mei tot half augustus (ze gaan als pop de winter in). De jonge rups spint een kokertje door een blad naar boven te vouwen; grotere rupsen spinnen meerdere bladeren samen tot een soort kokertje. De rupsen eten meestal in de avond en in de vroege ochtend. De verpopping vindt plaats in een losse cocon in de kruidlaag; de soort overwintert als pop. De eieren worden afgezet op jonge planten in lage vegetatie aan de onderkant van een blad (één eitje per blad). ei-afzetNa de paring vliegt het vrouwtje laag boven de vegetatie op zoek naar een geschikte waardplant. Zij heeft een voorkeur voor kleine, jonge planten die in een lage vegetatie groeien. Voor ze de eitjes afzet inspecteert ze het blad zorgvuldig door eroverheen te lopen, waarbij ze met een gekromd achterlijf de onderzijde van het blad aftast. Er wordt één eitje op de onderzijde van een goedgekeurd blad afgezet.rups en verpoppingDe jonge rups spint een kokertje door het blad naar boven te vouwen. Grotere rupsen gebruiken meerdere bladeren die ze tot een koker samenspinnen. Alleen ´s ochtends en ´s avonds komt de rups uit zijn koker om te eten. De soort overwintert als pop in een cocon van samengesponnen, dor, omgekruld blad in het strooisel.vlindersOngeveer negen maanden na de verpopping verschijnt de vlinder. De dichtheid aan vlinders is vrij hoog tot hoog, circa 8 tot 66 individuen per hectare. De vlinder voedt zich met nectar van verschillende lage kruiden: in heidegebieden vooral tormentil en muizenoor, in kalkgraslanden kruipend zenegroen en in de duinen reigersbek, duinviooltje, muizenoor, hoornbloem, braam en hondsdraf. Soms is de vlinder ook op de bramen, indien aanwezig, in de bosrand te vinden.Mannetjes verdedigen een territorium en zitten meestal op een hogere plek, zoals een grashalm of bloemknop, van waaruit ze de omliggende lage vegetatie overzien. Vliegt er een vrouwtje in de buurt dan wordt ze achtervolgd. Het mannetje volgt het vrouwtje tussen de vegetatie en uiteindelijk kruipen de vlinders naar elkaar toe met gekromde achterlijven. Tijdens de paring openen en sluiten de vlinders hun vleugels en trappelen ze zo nu en dan met hun achterpoten tegen het achterlijf van de partner. De paring kan anderhalf uur duren.

Cocon

Verspreiding

De aardbeivlinder komt voor van het Iberisch Schiereiland tot Oost-Azië en van Midden-Scandinavië tot Zuid-Spanje.

Benaming

  • Engelse naam Grizzled Skipper
  • Duitse naam Malven-Würfelfleckenfalter
    Kleiner Würfel-Dickkopffalter
  • Franse naam Le Tacheté
  • Oud Nederlandse naam aardbeidikkopje
    aardbezievlinder
  • Synoniemen Syrichtus malvae
    Hesperia malvae
    Syrichtus alveolus
    Syrichthus alveolus

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
Pyrgus: purgos is een toren op een muur, kantelen. Waarschijnlijk wordt de geblokte franje bedoeld. Ook zou mogelijk zijn dat het een vorm is van Pyrgi, een stad in de Peloponneses; dit is echter onwaarschijnlijk daar Hübner nooit aardrijkskundige namen gebruikte.malvae: Malva is kaasjeskruid. Linnaeus dacht ten onrechte dat dit de waardplant was; hij was waarschijnlijk in de war gebracht door andere dikkopjes die wel kaasjeskruid als waardplant hebben.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.

Herkenning

Voorvleugellengte: circa 11 mm. De bovenkant van de vleugels van dit kleine dikkopje is donkerbruin met veel scherp afgezette, witte vlekken; langs de achterrand van zowel de voor- als de achtervleugel bevindt zich een rij kleine, grijze vlekken. Het meest opvallende kenmerk is een scherpe witte vierkante vlek met een driehoekige insnijding op de bovenkant van de achtervleugel ('kiesje'). De onderkant van de achtervleugel is lichtbruin; de grote witte vlekken staan in een rij maar vormen geen aaneengesloten band

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Graslanden

Planten

Bosaardbei

Braam

Ganzerik

Moerasspirea

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden