Vliegtijd & gedrag
Vooral mei-oktober in twee generaties; soms worden ook in de wintermaanden vlinders waargenomen. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Overdag rusten ze onbeschut op muren en paaltjes of in de vegetatie. De vlinders vertonen zowel zwerf- als trekgedrag.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Agaatvlinder
Rups: is het hele jaar aan te treffen en overwintert; tijdens milde winterdagen gaat de rups door met foerageren. De verpopping vindt gewoonlijk plaats in een cocon in de grond; soms in een voeg in een muur. De soort overwintert als rups of als pop.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van de Azoren en Noord-Afrika door heel Europa. Naar het noorden tot Shetland, IJsland en Midden-Scandinavië. In de noordelijke landen alleen als trekvlinder en kan zich daar ook (in de zomer) voortplanten. Zo zijn in 1976 talrijke rupsen gevonden op IJsland (Skou, 1991). Naar het oosten Klein- en Voor-Azië tot de Kaukasus en Toerkmenië. De noordelijke grens van de standvlinders is niet duidelijk; Hacker (1989) vermoedde ongeveer de kusten van Noord- en Oostzee.
Benaming
- Engelse naam Angle Shades
- Duitse naam Achateule
-
Franse naam
la Craintive
la Méticuleuse -
Synoniemen
Brotolomia meticulosa
Trigonophora meticulosa
Phlogophora lamii
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Agaatvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).Kleur en tekening van deze vlinder lijken op de veelkleurige siersteen agaat.Agaatvlinder is al tientallen jaren in gebruik in de tuinbouw (soms schadelijk in de aardbeienteelt). Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Phlogophora: phlox, phlogos is een vlam en phoreo is dragen; een Griekse benadering van de naam lucipara (zie bij E. lucipara) die Treitschke in dit genus had opgenomen.meticulosa: meticulosus is angst en angstaanjagend. Linnaeus besteedde altijd veel aandacht aan de positie van de vlinder in rust. De vlinder met de opgevouwen vleugels maakte op hem de indruk van een ineengedoken, bang vogeltje.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 21-25 mm. Deze uil heeft ongeveer dezelfde rusthouding als de levervlek (Euplexia lucipara), maar de voorvleugel is sterker geplooid en de voorrand is dieper naar beneden gevouwen. Verse vlinders zijn doorgaans olijfgroen en rozeachtig bruin gekleurd; in de loop van de vliegtijd worden deze kleuren vager. Het patroon op de voorvleugel is zeer constant; alleen de lichte strokleurige zone tussen de middenband en de golflijn varieert enigszins in breedte. Soms komen meer roodachtig bruin gekleurde exemplaren voor.