Vliegtijd & gedrag
Eind mei-eind augustus in één generatie. De vlinders worden vaak aangetroffen op stammen en takken van appelbomen. De mannetjes vliegen vanaf halverwege de ochtend tot laat in de middag rond de bovenste takken en worden soms in aanzienlijke aantallen aangetrokken door feromoonpreparaten.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Appelglasvlinder
Rups: augustus-mei. De rups overwintert één- of tweemaal en leeft onder de bast, waarbij beschadigde en gewonde bomen de voorkeur hebben. Sommige bomen worden jaren achtereen bezet. Let op uitkruipgaten, lege uitstekende poppen en houtpoeder in bastspleten. De eieren worden, vooral in de middag, afzonderlijk op de bast afgezet op de plaats waar de hoofdstam van de volgroeide boom zich vertakt. Dit gebeurt vooral op wondweefsel en bij geënte bomen vaak op de plek waar de boom geënt is.

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Een veel voorkomende soort die in de meeste Europese landen inheems is. Naar het noorden in Scandinavië; naar het zuiden en oosten tot Noord-Afrika (Egypte) en Klein-Azië. Bekend uit heel Duitsland.
Benaming
- Engelse naam Red-belted Clearwing
- Duitse naam Apfelbaum-Glasflügler
- Oud Nederlandse naam appelwespvlinder
-
Synoniemen
Aegeria myopaeformis
Conopia myopaeformis
Trochilium myopaeforme
Sesia myopaeformis
Sesia mutillaeformis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het belangrijkste kenmerk van de vlinders binnen de Sesiidae-familie is de doorzichtigheid van de vleugels. Vandaar dat vier soorten binnen deze familie worden aangeduid met glasvlinder.Appel is een belangrijke (maar niet de enige) waardplant. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Synanthedon: sun is dichtbij en anthedon is de bloemenliefhebber; bedoeld wordt lijkend op een bij.myopaeformis: myopa is een genus binnen de zweefvliegen en formis, forma is lijkt op.
Auteursnaam en jaartal
(Borkhausen, 1789)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 9-11 mm. Een goed herkenbare wespvlinder waarvan met uitzondering van de rode band op het achterlijf, het lichaam, het staartpluimpje, de poten en de antennen geheel zwart gekleurd zijn. Ook de voorvleugel is vrijwel geheel zwart, alleen het veld in het vleugeluiteinde, dat relatief breed is, heeft een donkerbruine kleur. De palpen zijn zwart behaard, bij het mannetje deels ook wit.