Vliegtijd & gedrag
Half mei-eind september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen soms op licht en op smeer; ze bezoeken bloemen van onder andere kamperfoelie, silene en teunisbloem.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Astermonnik
Rups: begin juli-begin oktober. De rups foerageert overdag en wordt soms zonnend aangetroffen. De soort overwintert als pop (soms meerdere jaren) in een stevige cocon op of in de grond.

Rups
Astermonnik - Cucullia asteris Shirley O'Brien.webp)
Vlinder
Verspreiding
Vooral in Midden-Europa. Naar het noorden tot Midden-Engeland, Denemarken, Zuid-Zweden (ook exemplaren in Zuid-Noorwegen en Midden-Zweden). Naar het zuiden tot de zuidrand van de Pyreneeën, de Alpen en de Karpaten (ook exemplaren in Macedonië en Bulgarije) tot Oekraïne en de Kaukasus. Naar het oosten tot Transkaukasië, Noord-Iran, West-Siberië tot Tien Shan met nog een geïsoleerd voorkomen in Toerkestan. Oude opgaven uit het Amoergebied en Japan hebben waarschijnlijk betrekking op verwante soorten.
Benaming
- Engelse naam Star-wort
- Duitse naam Astern-Mönch
- Franse naam la Cucullie de l'aster
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De monniken zijn gekleed in een eenvoudig stemmig grijs habijt en het hoofd (de kop) is bedekt met een monnikskap.Waardplanten van de astermonnik zijn zulte, guldenroede en (herfst-)aster. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Cucullia: cucullus is een hoed, een monnikskap. Naar de opvallende monnikskapachtige haartooi op de torax. asteris: Aster is het plantengeslacht waar ook A. tripolium, zeeaster, zulte toe behoort en dat is een belangrijke voedselplant. In Wenen, waar het type-exemplaar vandaan komt, zal het wel een andere plant binnen het genus Aster geweest zijn.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 19-23 mm. De grijze binnenste helft van de voorvleugel van deze Cucullia-soort contrasteert sterk met het roodachtig bruine deel langs de voorrand, waarin zich de enigszins licht afstekende ringvlek en niervlek bevinden. De binnenrandhoek en een smalle streep langs de binnenrand zijn eveneens roodachtig bruin. Dichtbij de binnenrandhoek ligt een wit halvemaanvormig vlekje.