Baardsnuituil

Pechipogo strigilata

baardsnuituil

Vliegtijd & gedrag

Begin mei-begin augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag zijn de vlinders gemakkelijk op te jagen uit de vegetatie.

Verspreiding

Levenscyclus

Baardsnuituil

Rups: juni-april. De rups leeft vooral van verdorde bladeren aan beschadigde takken en overwintert. De verpopping vindt plaats in een losse cocon in de strooisellaag of soms op een boomstam.

Rups

Verspreiding

Van de Atlantische Oceaan in het westen tot het Oessoeri-gebied en Japan in het oosten. In europa naar het noorden tot Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. Naar het zuiden tot de Middellandse zee.

Benaming

  • Engelse naam Common Fan-foot
  • Duitse naam Bart-Spannereule
  • Franse naam l'Herminie à strigile
    l'Ermite barbu
  • Synoniemen Polypogon strigilata
    Pechipogo barbalis
    Pechipogon barbalis
    Polypogon barbalis
    Herminia barbalis
    Pechypogon barbalis
    Pechypogo barbalis

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.Vroeger was de wetenschappelijke soortnaam van deze vlinder barbalis, vandaar baard in de Nederlandse (en Duitse) naam. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
strigilata: strigilis is een verkleining van streek, veeg. Linnaeus schrijft: 'met een bleke, rechte subterminale veeg'. Deze veeg is iets donkerder dan de grondkleur. De uitgang -ata werd toegepast omdat Linnaeus dacht met een spanner te maken te hebben.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-16 mm. De voorvleugel van deze snuituil heeft een grijs-, soms bijna witachtige reebruine grondkleur en een grijze bestuiving. Over de vleugel lopen drie diffuse bruine dwarslijnen, waarvan de golflijn licht is afgezet en de voorrand bereikt vlak bij de vleugelpunt. De middenvlek is vaag en soms nauwelijks zichtbaar. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende 'snuit', gevormd door de lange palpen.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Planten

Eik

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden