Vliegtijd & gedrag
Half april-begin september in twee generaties; alleen in heel gunstige jaren is er een derde generatie, die tot begin oktober vliegt. De mannetjes vliegen soms overdag op vrij grote hoogte rondom de waardplant. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn ´s nachts actief en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Beukeneenstaart
Rups: eind mei-begin oktober. De soort overwintert als pop in een witte cocon in een opgerold beukenblad of tussen twee samengesponnen bladeren.

Ei-afzet

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Noord-Spanje, West-Europa, Engeland, Midden- en Zuid-Europa, de Balkan, Zuid-Rusland en Turkije. In Noord-Europa tot in Denemarken; zuidelijk van de 59e breedtegraad.
Benaming
- Engelse naam Barred Hook-tip
- Duitse naam Buchen-Sichelflügler
- Franse naam la Serpette
-
Synoniemen
Drepana cultraria
Platypteryx cultraria
Platypteryx unguicula
Platypteryx hamula
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De rupsen van de Drepaninae hebben een puntvormig uiteinde: het eenstaartje. De beuk is een belangrijke waardplant voor de beukeneenstaart. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
cultraria: culter is een mes of een ploegschaar en -aria is een woorduitgang. De vorm van de voorvleugel wordt vergeleken met de vorm van een ploegschaar.
Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-17 mm. Deze soort heeft een oranjebruine voorvleugel met een iets donkerder middenveld. Hoewel het kleurverschil klein is steekt het veld toch duidelijk af tegen de rest van de vleugel doordat de begrenzende centrale dwarslijnen licht zijn afgezet. Er is één kleine, vaak nogal flauwe, bruine middenvlek aanwezig (soms zijn het er echter twee). Dergelijke vlekken ontbreken op de achtervleugel. De tekening is weinig variabel; de kleur kan wel enigszins variëren.