Vliegtijd & gedrag
Eind juni-eind augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; verder worden ze nauwelijks gezien.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Beverneldwergspanner
Rups: juli-oktober. De rups leeft op de bloemen van de waardplant. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
In Europa dezelfde verspreiding als C. legatella; in het noorden echter naast Denemarken ook zeer lokaal in de zuidpunt van Zweden; in het zuiden: van Marokko (ssp. plumbeata Staudinger, 1901) tot Klein-Azië.
Benaming
- Engelse naam Pimpinel Pug
- Duitse naam Bibernellen-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie du boucage
- Synoniemen Tephroclystia pimpinellata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Grote en kleine bevernel zijn belangrijke waardplanten van deze dwergspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu betekent goed, goedig en pithex, pithekos betekent een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen. Pimpinellata: Pimpinella saxifraga is kleine bevernel, die de voedselplant van de rups is.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1813)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-12 mm. De grondkleur van de voorvleugel is kaneelkleurig, uitgezonderd de soms voorkomende melanistische zwarte vormen. Op de voorvleugel bevinden zich duidelijke fijne dwarslijntjes die aan de voorrand van de voorvleugel donker afgezet zijn, zodat een rijtje donkere vlekjes ontstaat. De middenstip is groot en langgerekt. Langs de achterrand ligt een dunne witte golflijn en soms een kleine witte vlek in de binnenrandhoek.