Vliegtijd & gedrag
Begin juli-half oktober in één generatie; de meeste waarnemingen worden gedaan in augustus en september. De vlinders komen op smeer en in mindere mate op licht. Overdag rusten ze op een boomstam of een muur.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Blauw weeskind
Rups: april-juli. De verpopping vindt plaats in een losse cocon tussen bladeren van de waardplant of in de strooisellaag. De soort overwintert als ei in een schorsspleet van de waardplant.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Komt waarschijnlijk in alle Europese landen voor. Men mag veronderstellen dat enige gebieden in de periferie (Engeland, Nederland, Portugal, Zuid-Spanje, Griekenland) spaarzaam of niet blijvend bezet zijn. De zuidgrens ongeveer volgens de lijn: Pyreneeën - Midden-Italië - Bulgarije - Noord-Turkije. Naar het noorden en oosten zeer wijdverbreid tot respectievelijk Noord-Zweden en de Grote Oceaan.
Benaming
- Engelse naam Clifden Nonpareil
- Duitse naam Blaues Ordensband
-
Franse naam
la Lichénée bleue
la Noctuelle du frêne
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zie voor een uitgebreide toelichting op de Nederlandse naam de uitleg bij het rood weeskind. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Catocala: kato is onder en kalos is mooi. Deze soorten hebben mooie, helder gekleurde achter- of ondervleugels.fraxini: Fraxinus excelsior is de gewone es. Linnaeus geeft deze boom ten onrechte aan als waardplant.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 41-48 mm. Deze opmerkelijk grote spinneruil heeft een grijsachtige voorvleugel met een opvallende witachtige vlek tussen de donkere niervlek en de binnenrand van de vleugel. De dubbele binnenste dwarslijn is golvend, de dubbele buitenste dwarslijn is onregelmatig en op sommige plaatsen diep getand. De donkere golflijn heeft een zigzaggend verloop. Kenmerkend is de zwarte achtervleugel met de blauwe band en de brede witte franje. Alle andere in Nederland voorkomende Catocala-soorten zijn kleiner, hebben een rode achtervleugel met zwarte banden en meestal een bruinere voorvleugel.