Vliegtijd & gedrag
Half mei-half november in twee of drie generaties. De vlinders komen op licht en op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Blauwvleugeluil
Rups: in Nederland te zien van juli tot ver in de herfst. De rups foerageert ´s nachts en verpopt zich in een holletje in de grond. De soort overwintert in Zuid-Europa als rups; kan de Nederlandse winters normaal gesproken niet overleven.
 - Klaas de Jong.webp)
Rups
2.webp)
Cocon

Vlinder
Verspreiding
Palearctische soort (in het zuiden inheems naar het noorden als trekker tot IJsland en Midden-Scandinavië).
Benaming
- Engelse naam Pearly Underwing
- Franse naam la Noctulelle blessée
-
Synoniemen
Agrotis saucia
Rhyacia saucia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De doorschijnende achtervleugel heeft een blauwachtige parelmoerglans. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Peridroma: peridromos is er omheen lopen, naar de ring die om de niervlek loopt.saucia: saucius is gewond, naar de roodachtige tint op de voorvleugel, hetgeen op bloeden zou lijken.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1808)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 19-23 mm. Een vrij grote uil met een lange egaal gekleurde voorvleugel met een vrij spitse vleugelpunt. De kleur van de voorvleugel is variabel en loopt uiteen van vaalgeel met een donkerbruine tekening tot bijna effen zwartachtig bruin met roodbruin langs de voorrand en de achterrand. Bij lichtere exemplaren zijn de grote, doorgaans donkere niervlek en de lichte ringvlek goed zichtbaar; bij donkere exemplaren vallen ze niet altijd op. De doorschijnende achtervleugel heeft een blauwachtige parelmoerglans; de aders en de zoom zijn donkerder. Op de kop bevindt zich een korte grijze ‘hanenkam’.