Vliegtijd & gedrag
April-eind augustus in twee generaties. De vlinders zijn ´s nachts actief en komen goed op licht. Soms worden ze overdag van de waardplant opgejaagd.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bleke eenstaart
Rups: juni-begin oktober. De rups is vaak aan te treffen in berkenopstanden tot ongeveer twee meter hoog en is vooral talrijk op warme zonnige plekjes. De soort overwintert als pop in een cocon in een opgevouwen blad.

Rups
.webp)
Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van de Pyreneeën via West-Europa, Ierland en de Britse eilanden en via Noord- en Midden-Europa tot Oost-Azië. Niet in zuidelijk Europa. De noordgrens ligt boven de poolcirkel. De zuidgrens in Noord-Spanje en op de Balkan. Volgens Schmidt (1991) ook in Midden-Italië.
Benaming
- Engelse naam Scalloped Hook-tip
- Duitse naam Birken-Sichelflügler
-
Franse naam
la Lacertine
le Lézard -
Oud Nederlandse naam
berkeneenstaart
hagedisje -
Synoniemen
Drepana lacertinaria
Platypteryx lacertinaria
Platypteryx lacertula
Platypteryx scincula
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De rupsen van de Drepaninae hebben een puntvormig uiteinde: het eenstaartje. De bleke eenstaart is de bleekste van de groep. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Falcaria: falx is sikkel en falcarius is letterlijk de maker van een sikkel. Haworth bedoelt de vorm van de vleugel aan te geven.lacertinaria: lacerta is een hagedis; dit heeft te maken met de rups. Linnaeus beschrijft de rups en laat zijn fantasie de vrije loop en vindt hem op een hagedis lijken.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-18 mm. De voorvleugels, die, anders dan bij de meeste andere leden van de onderfamilie van de eenstaartjes, in rust dakvormig schuin omhoog gehouden worden, hebben een onregelmatig gekartelde achterrand, twee donkere evenwijdige dwarslijnen en een middenstip. Er is weinig variatie in tekening, maar de vlinders van de tweede generatie zijn kleiner en minder bruin. Vlinders van de eerste generatie hebben vaak een bruinere vlekkerige tekening en een zilvergrijze tint. Het vrouwtje is groter en robuuster dan het mannetje en heeft fletsere kleuren.