Vliegtijd & gedrag
In het buitenland: eind juni-half augustus in één generatie. De vlinders zijn nachtactief en komen op licht, soms in aantal, maar ze zijn nooit opvallend aanwezig.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Verspreiding
In Europa komt de bleke stofuil voor in zeer uiteenliggende gebieden. Een noordelijk deel met vangsten in Midden-Noorwegen, Zweden, Zuid- en Midden-Finland, Karelië en tot Leningrad en Kirow. Het zuidelijke deel omvat Midden-Europa en reikt in het zuiden tot Zuid-Frankrijk, Midden-Italië, Joegoslavië, Macedonië en Bulgarije en in het noorden tot Nederland, het Zuid-Duitse Middelgebergte, Tsjechië en het noorden van Oekraïne. Tussen beide gebieden is het voorkomen zeer lokaal. Naar het oosten Midden-Azië, Mongolië, Noord-China, Korea en Japan.
Benaming
- Duitse naam Trockenrasen-Staubeule
- Franse naam Athétide du Fer-à-cheval
- Synoniemen Hydrilla gluteosa
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Stofuilen hebben een vale zandkleur. De vleugelschubben laten makkelijk los en na het vastpakken van de vlinder blijft een stofvlekje op de vingers achter.Dit is een bleke vlinder. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Athetis: athetos is zonder vaste woon- of verblijfplaats; een afwijkend genus waar moeizaam een plekje voor gevonden kon worden in de hele systematiek.
Auteursnaam en jaartal
(Treitschke, 1835)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-15mm. Deze onopvallende vaal bruingrijze uil wordt gemakkelijk over het hoofd gezien. De voorvleugel is tamelijk smal en heeft een afgeronde vleugelpunt. De ringvlek is zichtbaar als een kleine donkere stip en van de niervlek is alleen gedeeltelijk de omtrek zichtbaar als een donker lijntje. Langs de voorrand liggen twee donkere stippen van waaruit de twee S-vormige dwarslijnen lopen. Vaak ontbreken deze dwarslijnen en blijven slechts de twee stippen langs de voorrand zichtbaar. De achtervleugel is vuilwit en ongetekend.