Bonte grasuil

Cerapteryx graminis

bonte grasuil

Vliegtijd & gedrag

Eind juni-begin oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen; ze zijn ook overdag actief.

Verspreiding

Levenscyclus

Bonte grasuil

Rups: oktober-mei. De rups foerageert ´s nachts op de wortels van de waardplant en verbergt zich overdag in de grasvegetatie; is soms overdag actief. De eieren worden in vlucht rondgestrooid in het gras en overwinteren.

Ei-afzet

Verspreiding

Noord-Spanje via heel Europa en de gamatigde zone tot Siberië en Noord-Mongolië. Naar het noorden tot ver boven de poolcirkel. De zuidgrens ligt zuidelijk van de Alpen, over de Balkan tot de Zwarte Zee. Geïmporteerd in Noord-Amerika.

Benaming

  • Engelse naam Antler Moth
  • Duitse naam Dreizack-Graseule
  • Franse naam la Noctuelle du gramen
  • Oud Nederlandse naam grasuil
  • Synoniemen Charaeas graminis
    Heliophobus graminis
    Heliophobus tricuspis

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.Het uiterlijk van deze vlinder is bont. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Cerapteryx: keras is een horen en pteux is een vleugel. Naar de vertakte lengtestreep op de voorvleugel die aan een gewei doet denken. Gewei is antler in het Engels, vandaar de Engelse naam Antler Moth.graminis: gramen, graminis is gras. Linnaeus gaf dit terecht op als voedselplant. Deze soort komt soms als een plaag in grasland voor, vandaar dat Linnaeus (1746) deze soort eerst P. calamitosa had genoemd.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 12-17 mm. Goed te herkennen aan de langgerekte vertakte crèmekleurige vlek op de vleugeladers, die de vorm heeft van een gewei; de grootte van deze vlek kan variëren. De roodachtig bruine, soms olijfkleurig getinte voorvleugel heeft een tamelijk rechte voorrand. In het zoomveld bevinden zich zwarte strepen of vlekken langs een vaak lichtbruine zone. Het aantal zwarte vlekken en de intensiteit ervan kunnen sterk variëren; soms zijn de vlekken nauwelijks zichtbaar. Het mannetje heeft licht geveerde antennen; het vrouwtje is groter en heeft draadvormige antennen.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Duinen

Graslanden

Heiden

Naaldbossen

Planten

Borstelgras

Pijpenstrootje

Smele

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden