Vliegtijd & gedrag
Eind mei-begin augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bonte walstrospanner
Rups: juli-september. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
Verspreiding binnen Europa als C. rubidata, in het oosten tot het Amoergebied, in het zuiden Italië, de Balkan en westelijk Centraal-Azië (ssp. undulosa Warnecke, 1934).
Benaming
- Engelse naam Royal Mantle
- Duitse naam Braunbinden-Blattspanner
- Franse naam la Cidarie sinuée
-
Synoniemen
Cidaria cuculata
Cidaria sinuata
Larentia cuculata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Walstro is een belangrijke waardplant van deze spannersoort en kleur plus tekening geven deze spanner een bont aanzien. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Catarhoe: kata is een voorvoegsel vaak, zoals hier, zonder duidelijke betekenis.Rhoe is een stoom, een beek. Het is een genus dat gerelateerd is met Xanthorhoe.cuculata: cuculata is een foute schrijfwijze van cucullata, een monnikskap of hoed. Dit slaat op de vorm van de donkere torax en vleugelbasis als de vleugel in rust is.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-14 mm. De grondkleur is witachtig en bij de vleugelwortel van de voorvleugel ligt een brede zone die geheel zwart en bruin van kleur is. Dwars over de voorvleugel loopt een middenband die vanaf de voorrand tot halverwege de vleugel donker gekleurd is; de rest van de band is witachtig en wordt aan de buitenzijde begrensd door een fijne, diep geschulpte lijn. Tussen het donkere gedeelte van de middenband en de achterrand van de vleugel bevinden zich twee roodachtig bruine vlekken, die richting de achterrand overgaan in een roodbruin gegolfd lijntje.