Vliegtijd & gedrag
Begin juni-midden juli in één generatie. De vlinders leven vaak in kleine groepen. De belangrijkste nectarplanten zijn gele composieten die in bosranden groeien, zoals jacobskruiskruid, biggenkruid en havikskruid. De mannetjes vliegen veel en worden dan ook vaker gezien dan de vrouwtjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bosparelmoervlinder
Rups: eind juli-begin juni. Jonge rupsen leven in een gezamenlijk spinsel op de waardplant. Na enige tijd verdelen ze zich in kleinere groepen van tien tot twintig rupsen die van plant naar plant trekken en steeds een nieuw spinsel maken. De soort overwintert als rups en verpopt zich aan een dorre plantenstengel, op een steen of aan de voet van een boom. ei-afzetDe vrouwtjes paren meestal binnen enkele uren nadat ze uit de pop zijn gekomen. Daarna duurt het nog vrij lang, gemiddeld zo´n 8 dagen - voordat de eitjes rijp zijn. Als een vrouwtje de eitjes wil afzetten vliegt ze traag en log vlak boven de vegetatie. Als een geschikte plek is gevonden, landt ze en loopt vervolgens verder. Tijdens het afzetten van de eitjes stopt ze regelmatig om even te zonnen. De eitjes worden in groepjes van 80 tot 150 stuks afgezet op de onderkant van een blad van de waardplant of op een plant die dichtbij de waardplant groeit. De voorkeur gaat uit naar lage planten op open, zonnige plaatsen. Als er planten gebruikt worden die op tamelijk beschaduwde plaatsen groeien, moet er steeds een zonnige plek in de buurt zijn. Soms is er na enkele dagen nog een tweede, kleiner legsel van circa 50 tot 100 eitjes.rups en verpoppingDe jonge rupsen eten eerst de eischaal op en gaan vervolgens naar de dichtstbijzijnde waardplant, waar ze een gezamenlijk spinsel maken. Na een korte periode verdelen ze zich in kleinere groepen van tien tot twintig rupsen. Deze trekken van plant naar plant en maken telkens een nieuw, fijn spinsel. De rupsen zonnen veel, maar verschuilen zich als de temperatuur boven de 32°C stijgt. De rupsen overwinteren alleen of in groepjes in een spinsel op de waardplant of op een verdroogd blad in de strooisellaag. Op de eerste warme dagen in het voorjaar komen ze weer te voorschijn en meestal leven ze dan alleen of in kleine groepjes. Ze zonnen veel in deze periode. Ze verpoppen zich aan een dorre plantenstengel, op stenen of aan de voet van bomen. vlindersDe eerste vlinders verschijnen in juni. Meestal leven ze in kleine groepjes. De dichtheid kan aanzienlijk variëren tussen gemiddeld en heel hoog, zo´n 4 tot 260 individuen per hectare. Belangrijkste nectarplanten zijn gele composieten die in bosranden groeien zoals gewoon biggenkruid en havikskruiden. De mannetjes vliegen veel terwijl ze op zoek zijn naar een vrouwtje en worden dan ook vaker gezien dan vrouwtjes, die het merendeel van de tijd zonnend of verborgen in de vegetatie doorbrengen. Bosparelmoervlinders zijn warmteminnend en vliegen zelden bij temperaturen onder 18°C.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
De bosparelmoervlinder komt voor van Groot-Brittannië tot Japan en van Scandinavië tot Spanje en Turkije.
Benaming
- Engelse naam Heath Fritillary
-
Duitse naam
Wachtelweizen-Scheckenfalter
Weissfleck-Graseule - Franse naam Le Damier Athalie
-
Oud Nederlandse naam
bosmelitaea
bosvlekvlinder
zwartkorenvlinder
zwartkoren-vlekvlinder
zwartvlekvlinder -
Synoniemen
Mellicta athalia
Melitaea parvanigra
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Toelichting wetenschappelijke naam
Melitaea: melitaea is weer een van de probleemnamen van Fabricius. Vele mogelijkheden dienen zich aan. Melinaea zou een bijnaam van Aphrodite zijn. Melitaea was ook de naam van een stad in de oudheid. Melitoeis betekent honingzoet en dat zou ook een van de vele bijnamen van Aphrodite zijn geweest. Ook kan het van melitaios komen hetgeen behorend bij Malta betekent. Alleen Fabricius weet wat juist is.athalia: athalia betekent: komt van Athalia, de dochter van Omri, koningin van Israël en de moeder van koning Ahaziah. Na de moord op haar zoon regeerde ze zes jaren tot zijzelf hetzelfde lot onderging. Het is moeilijk te begrijpen waarom zo'n onbelangrijke koningin van een noordelijk koninkrijk (niet Juda zoals foutief werd geschreven door Macleod) werd uitverkozen om haar naam te geven aan een vlinder. Auteurs gebruikten nooit Bijbelse namen. Wellicht wilde Rottemburg een van de gratiën, Thalia, gebruiken, maar ontdekte hij dat Linnaeus die naam al had gebruikt. Hij paste toen een kleine aanpassing van de naam toe en had mogelijk helemaal geen bedoeling een Bijbelse naam te gebruiken.
Auteursnaam en jaartal
(Rottemburg, 1775)
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-21 mm. De bovenkant van de vleugels is zeer contrastrijk getekend met veel oranjebruin. De zwarte lijnen maken een enigszins ongeordende indruk. De onderkant van de achtervleugel is veelkleurig. Op de onderkant van de voorvleugel zijn de maanvlekken verschillend van grootte: de tweede en derde zijn het grootst en aan de binnenkant met een zwarte rand afgegrensd; deze rand is bij de tweede maanvlek verdikt.