Vliegtijd & gedrag
Begin april-begin augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en zijn overdag gemakkelijk te verstoren van de waardplant.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bosrankdwergspanner
Rups: juli-augustus. De rups leeft in de bloemknoppen. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
Verbreid in Europa en West-Azië. Van Denemarken en de zuidpunt van Zweden tot de landen bij de Middellandse Zee en van West-Europa tot Klein-Azië en de Kaukasus. Niet in Noorwegen, Finland en de Baltische staten.
Benaming
- Engelse naam Haworth's Pug
- Duitse naam Waldreben-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie de la clématite
-
Synoniemen
Eupithecia isogrammaria
Tephroclystia isogrammaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Bosrank, wild en gekweekt, is de waardplant van deze dwergspannersoort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Haworthiata: A.H. Haworth (1767 - 1833) wordt met deze naam geëerd. Hij was een Britse insectoloog en schrijver van Lepidoptera Britannica.
Auteursnaam en jaartal
Doubleday, 1856
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 8-9 mm. De voorvleugel van deze kleine, grijsachtig bruine en zwak getekende Eupithecia-soort heeft een enigszins gebogen voorrand. Kenmerkend is de roodachtige band aan de basis van het achterlijf. De middenstip is hooguit vaag aanwezig en in de binnenrandhoek ligt geen witte vlek; wel is vaak een zwakke golflijn te zien. De buitenste dwarsbanden zijn bij de voorrand licht geknikt.