Vliegtijd & gedrag
Eind april-begin juli in één generatie; exemplaren van een zeldzame partiële tweede generatie kunnen tot begin augustus vliegen. De vlinders zijn vooral bij zonnig weer overdag actief.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Boterbloempje
Rups: juli-september. De soort overwintert als pop in de grond of in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden tot Rusland; in het noorden tot Zuid-Scandinavië in het zuiden Italië, de Balkan, de Zwarte Zee en de Kaukasus. De oostelijkste vindplaats ligt in Centraal-Azië (Tarbagatei-gebergte).
Benaming
- Engelse naam Speckled Yellow
- Duitse naam Pantherspanner
- Franse naam la Panthère
- Oud Nederlandse naam panterspanner
-
Synoniemen
Venilia macularia
Melanippe macularia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het boterbloempje is metaforisch naar de boterbloem genoemd, en wel in de eerste plaats vanwege de overeenkomende kleur geel. (De boterbloem is waarschijnlijk genoemd naar de kleur van boter, hoewel die ook vroeger in de meeste gevallen lichter was dan de kleur van de boterbloem; bijkomend aspect is de dat de plaat van de kroonblaadjes van de boterbloem glansde als boter [Weeda, Westra & al. 1985, Nederlandse oecologische Flora I, p.236, middelste kolom]. Ter Haar noemt in zijn boek Onze Vlinders [voetnootliteratuur-23] nog niet de Nederlandse naam boterbloempje voor Pseudopanthera macularia, maar uit zijn tekst bij deze soort blijkt dat de naam op dat moment wel de status van metafoor-in-wording had. Hij schrijft: “Zoo werden in de jaren 1877, 1878 en 1879 honderden exemplaren in de Meerwijk bij Nijmegen gezien en werd het Louise-dal verlevendigd door de “vliegende boterbloempjes” ; ... (p.391). Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Pseudopanthera: pseudos is vals en panthera is een panter, naar de zwarte vlekken op de gele ondergrond.macularia: macula is vlek, uiteraard slaand op de vele vlekken op de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-15 mm. De bruine vlekken op de gele voor- en achtervleugel zijn kenmerkend. De intensiteit van het geel en de donkere tekening zijn enigszins variabel.