Vliegtijd & gedrag
Half april-begin september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Brandvlerkvlinder
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland via bijna heel Europa tot aan de Wolga en West-Siberië. Naar het zuiden tot de noordkant van het Middellandse Zeegebied, inclusief Italië en de Balkan en via Noord-Turkije en de Zwarte Zee tot de Kaukasus. Naar het noorden via Zuid-Scandinavië tot de poolcirkel.
Benaming
- Engelse naam Swallow Prominent
- Duitse naam Pappel-Zahnspinner
- Franse naam la Porcelaine
-
Oud Nederlandse naam
brandvlerk-beervlinder
peppelbrandvlerkvlinder
populierenbrandvlerkvlinder
porseleinvlinder -
Synoniemen
Notodonta tremula
Notodonta dictaea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Vlerk is een oude term voor vleugel. Jan Christian Sepp (circa 1770) schrijft dat de toevoeging 'brand' volgens de entomoloog Müller (waarschijnlijk de Deen Otto Friedrich Müller, 1730-1784) mogelijk te maken heeft met 'de kleur van hout, het geen door vryving byna begint te branden'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Pheosia: pheos is een stekelige plant, een doorn; naar de tapse witte vlek aan de achterrand van de vleugel. Deze vlekken zijn kenmerkend voor de enige twee soorten die Hübner in de genus onderbracht.tremula: tremula is bibberen, beven: waarschijnlijk naar de bevende bewegingen van rups en vlinder en wellicht met een woordspeling ook verwijzend naar Populus tremula, ratelpopulier; de voedselplant volgens Linnaeus. Als de naam uitsluitend was gebaseerd op deze voedselplant zou Clerck 'tremulae' hebben geschreven.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 22-28 mm. Lijkt sterk op de berkenbrandvlerkvlinder (P. gnoma), maar is meestal iets groter. Vanuit de binnenrandhoek van de voorvleugel loopt een smalle lange grijsachtig witte wig tot voorbij het midden van de vleugel. Langs de rand van de achtervleugel loopt een fijne witte lijn die vooral goed zichtbaar is in de donkere vlek bij de binnenrandhoek. De intensiteit van de bruinachtige tint op de vleugels kan enigszins variëren.