Vliegtijd & gedrag
Half april-half augustus in twee generaties. De vlinders zijn overdag actief bij zonnig of bewolkt warm weer en zijn gemakkelijk te verstoren, waarbij ze een klein stukje opvliegen en weer gaan zitten.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bruine daguil
Rups: mei-juni en augustus-september. De rups is ´s nachts actief en rust overdag langs een stengel van de waardplant. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van de Midden-Atlas in Marokko via Zuid- en Midden-Europa tot Schotland. In Scandinavië tot ver boven de poolcirkel. Naar het oosten komt glyphica voor van Centraal-Azië tot Mongolië.
Benaming
- Engelse naam Burnet Companion
- Duitse naam Braune Tageule
- Franse naam la Doublure jaune
-
Synoniemen
Ectypa glyphica
Gonospileia glyphica
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Dit uiltje is bruin en vliegt overdag; duidelijker kan een soortnaaam niet zijn. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Euclidia: Euclides is de Griekse meetkundige (geometrie). Op de vleugels zou een geometrische tekening zijn te onderkennen. Ochsenheimer nam de naam over uit Hübner's Tentamen uit 1806.glyphica: gluphe is een embleem, een devies. Linnaeus schrijft: 'de vleugels tonen zwarte hiëroglyphen'.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-15 mm. Deze spinneruil heeft een warmbruine of grijsachtig bruine, vaak lila getinte voorvleugel. Langs de binnenste dwarslijn loopt een smalle donkere band en langs de buitenste dwarslijn loopt een brede donkere band; heel soms zijn deze dwarsbanden afwezig. In het zoomveld bevindt zich langs de voorrand een grote donkerbruine vlek. Doordat deze spinneruil bij het neerstrijken vaak met gespreide vleugels gaat zitten, is de achtervleugel goed te zien. De binnenste helft van de achtervleugel is donkerbruin, de buitenste helft is oranjegeel met donkere aders en een smalle donkere dwarsband. De genoemde combinatie van kenmerken is uniek en weinig variabel. De onderzijde van zowel de voor- als de achtervleugel heeft een oranjegele kleur met een donkerbruine tekening; de vlinder maakt daardoor in vlucht een kleurige indruk.