Vliegtijd & gedrag
Half mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen op licht, maar vooral op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bruine groenuil
Rups: augustus-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.

Vlinder
Verspreiding
Europa, de gematigde zone tot Oost-Azië (Sachalin, Japan, zuidelijk tot China) en Noord-Amerika. In Europa van het noorden van het Iberisch Schiereiland tot Midden-Scandinavië en van de Britse eilanden tot de Balkan.
Benaming
- Engelse naam Green Arches
- Duitse naam Grüne Heidelbeereule
-
Franse naam
la Noctulelle verte
la Noctulelle couleur d'herbe -
Synoniemen
Agrotis prasina
Eurois prasina
Aplecta herbida
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.Deze groenuil heeft een tekening waarin zowel bruin als groen belangrijk zijn.Zie ook bij 'toelichting wetenschappelijke naam'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Anaplectoides: a- is een ontkenning, dan volgt een verbindings n en daarna het genus Aplectoides. Dit is dus geen Aplectoides en dat is een genus dat in Noord-Amerika voorkomt.prasina: prasina is de groene kleur van look, naar de groene kleur van de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 20-25 mm. De voorvleugel is gemarmerd met een mengeling van grijsachtig bruin, mosgroen en wit. Verse vlinders zijn goed herkenbaar aan de overheersend mosgroene kleur; deze verdwijnt echter snel bij blootstelling aan zonlicht en afgevlogen exemplaren lijken meer geelachtig grijs. De omtrek van de uilvlekken en de sterk gegolfde dubbele dwarslijnen zijn zwart; in het middenveld en/of aan de binnenzijde van de golflijn bevindt zich soms een vage zwarte band. Tussen de niervlek en de buitenste dwarslijn ligt gewoonlijk een grote lichtgroene of soms witachtige vlek. Op het groene borststuk bevindt zich een roestbruin haarbosje en de achtervleugel is gelijkmatig donkergrijs met witte franje.