Vliegtijd & gedrag
Half april-half oktober in twee, soms drie generaties. De vlinders zitten overdag vaak op bladeren en zijn gemakkelijk op te jagen uit struiken en lage vegetaties. Ze vliegen vanaf de schemering en komen op licht; bij het neerstrijken op het laken houden ze vaak hun vleugels opgeklapt.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Bruine vierbandspanner
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
Vaak verwisseling met X. ferrugata. De meeste Europese landen. In tegenstelling tot ferrugata niet in Portugal en op Corsica en wel uit Albanië en Griekenland (Müller 1996). Beide soorten in het noorden tot de poolcirkel (Skou 1986); in het oosten tot het Sajan-gebergte en Kamtsjatka.
Benaming
- Engelse naam Red Twin-spot Carpet
- Duitse naam Heller Rostfarben-Blattspanner
- Franse naam l'Oxydée
- Oud Nederlandse naam valse vierbandspanner
-
Synoniemen
Cidaria spadicearia
Larentia spadicearia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.Er zijn drie soorten in het Genus Xanthorhoe die aangeduid worden met vierbandspanner (zie Xanthorhoe ferrugata). Hier gaat het om de meest bruine van deze drie. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Xanthorhoe: xanthos is geel en rhoe is een stroom, een rivier; verwijzend naar de gelige kronkellijnen die een aantal soorten van dit genus kenmerken.spadicearia: spadix is een bruintint; de kleur van de mediane dwarsband. Deze naam zou meer geschikt geweest zijn voor X. ferrugata.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Vrij opvallend is de duidelijke dubbele vlek in het zoomveld, dicht bij de vleugelpunt; bij de meeste verwante soorten is deze vlek minder duidelijk of afwezig. Een ander tamelijk constant kenmerk is de meestal heldere tekening en de duidelijke witte afzetting aan de buitenzijde van de vaak bleke purperbruine middenband. Het lichtbruine bandje dat hier nauw aan grenst, is vrij breed en contrasteert scherp met de grondkleur van de vleugelzoom. Op de onderzijde van de voor- en achtervleugel zit meestal een dikke, zwarte middenstip; de onderzijde van de voorvleugel is doorgaans contrastrijk getekend.