Vliegtijd & gedrag
Begin april-eind juli in één generatie; soms een kleine partiële generatie in de tweede helft van augustus. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd van de waardplant.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Dennendwergspanner
Rups: eind juni-september. De rups eet het liefst van de jonge naalden aan het uiteinde van de takken. De soort overwintert als pop in een cocon tussen de naalden op of in de strooisellaag onder de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden in het westen, in het oosten tot Kazachstan, Siberië en Altaj; in het noorden tot Noord-Scandinavië tot voorbij de poolcirkel en in het zuiden tot de zuidrand van de Alpen.
Benaming
- Engelse naam Ochreous Pug
- Duitse naam Kiefern-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie dénuée
- Synoniemen Tephroclystia indigata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Een paar naaldboomsoorten, waaronder de den, zijn de waardplanten van deze dwergspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Indigata: indiges is arm, nederig, vanwege de voorvleugel die verstoken is van bijna elke tekening.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1813)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 8-10 mm. Een vrij kleine dwergspanner met een smalle spitse voorvleugel. De vleugel heeft een bleekbruine grondkleur en is tamelijk effen getekend. Het belangrijkste kenmerk is de relatief grote en dikke middenstip. Op de vleugel bevinden zich dunne golvende dwarslijnen en langs de voorrand zijn vage donkere vlekjes zichtbaar.