Vliegtijd & gedrag
Half mei-half augustus in één generatie. De mannetjes komen goed op licht, de vrouwtjes maar heel zelden.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Dennenspinner
Rups: augustus-juni. De rups overwintert, soms tweemaal, meestal onder mos op de grond. Vanaf april kruipen de rupsen de bomen in, waarna de verpopping plaatsvindt in een grote bruine cocon die wordt vastgehecht tussen de naalden van de waardplant.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: ♂ 25-30 mm, ♀ 30-35 mm. Een variabele spinner, die desondanks goed herkenbaar is. De voorvleugel heeft een opvallend witte middenvlek, een onregelmatig grof geschulpte golflijn en een karakteristiek patroon van roodachtig bruine en grijze banden; soms komen overwegend roodbruine of overwegend grijze exemplaren voor. Het mannetje is donkerder van kleur en bonter getekend dan het vrouwtje.
Kenmerken rups
Tot 75 mm; overdekt met fijne, korte, grijsachtige haren; lichaam bruin of grijsachtig bruin met een fijne geelachtig bruine tekening en een zwartbruin getekende rug; over de rug twee banden met dichte, witte, schubachtige beharing, welke banden op de drie eerste segmenten samenkomen; de segmenten twee en drie met een blauwachtig zwarte dwarsband op de rugzijde; kop bruin met donkerder tekening.
Foto's
Ei-afzet
Rups
Cocon
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Vrij zeldzaam. Heeft een verbrokkelde verspreiding op de zandgronden en in de noordelijke duinen. In 2009 is ook een exemplaar waargenomen in Zeeland. RL: niet bedreigd.
België
In Vlaanderen beperkt tot de Kempen en de boscomplexen rond Brussel en Leuven, waar de soort lokaal vrij algemeen is. Ontbreekt in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Van het Iberisch schiereiland via West-Europa en de gematigde zone oostwaarts tot Oost-Azië. Verder in Scandinavië tot de poolcirkel. Naar het zuiden tot in het Middellandse Zeegebied, inclusief Italië en de Balkan en tot Zuid-Klein Azië. Niet in Noord-Afrika (uitgezonderd Marokko) en niet op een paar grotere eilanden van de Middellandse Zee.