Dennenspinner

Dendrolimus pini

dennenspinner

Vliegtijd & gedrag

Half mei-half augustus in één generatie. De mannetjes komen goed op licht, de vrouwtjes maar heel zelden.

Verspreiding

Levenscyclus

Dennenspinner

Rups: augustus-juni. De rups overwintert, soms tweemaal, meestal onder mos op de grond. Vanaf april kruipen de rupsen de bomen in, waarna de verpopping plaatsvindt in een grote bruine cocon die wordt vastgehecht tussen de naalden van de waardplant.

Ei-afzet

Cocon

Verspreiding

Van het Iberisch schiereiland via West-Europa en de gematigde zone oostwaarts tot Oost-Azië. Verder in Scandinavië tot de poolcirkel. Naar het zuiden tot in het Middellandse Zeegebied, inclusief Italië en de Balkan en tot Zuid-Klein Azië. Niet in Noord-Afrika (uitgezonderd Marokko) en niet op een paar grotere eilanden van de Middellandse Zee.

Benaming

  • Engelse naam Pine-tree Lappet
  • Duitse naam Kiefernspinner
  • Franse naam le Bombyx du pin
  • Oud Nederlandse naam pijnboomvlinder
  • Synoniemen Bombyx pini
    Lasiocampa pini

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De rupsen van de Spinner-familie spinnen een meer of minder stevige cocon om in te gaan verpoppen.De dennenspinner heeft de grove den als voornaamste waardplant. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Dendrolimus: dendron is een boom en linos is honger. Dit heeft betrekking op het vermogen van de in groepen levende rupsen om hele bomen kaal te vreten.pini: pini is den.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: ♂ 25-30 mm, ♀ 30-35 mm. Een variabele spinner, die desondanks goed herkenbaar is. De voorvleugel heeft een opvallend witte middenvlek, een onregelmatig grof geschulpte golflijn en een karakteristiek patroon van roodachtig bruine en grijze banden; soms komen overwegend roodbruine of overwegend grijze exemplaren voor. Het mannetje is donkerder van kleur en bonter getekend dan het vrouwtje.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Duinen

Heiden

Naaldbossen

Planten

Den

Spar

Zilverspar

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden