Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind juli in één generatie; in gunstige jaren soms een partiële tweede generatie in augustus-september. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; ze bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Donkere jota-uil
Rups: juli-mei. De rups foerageert vooral ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond op de waardplant. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon die gevormd wordt in een opgerold blad van de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
Bijna geheel Europa; zuidelijk tot Noord-Spanje, Zuid-Italië, Griekenland en Bulgarije. Naar het noorden tot de Shetland-eilanden, Noord-Scandinavië (tot boven de poolcirkel) en naar het oosten tot de Midden-Oeral. Tot voor kort werden de aziatische bureautica (Staudinger, 1892), urupina (Bryk, 1942) en kinjana (Wiltshire, 1961) gezien als ondersoorten van pulchrina maar zijn nu zelfstandige soorten. Het areaal van pulchrina blijkt zich dus tot Europa te beperken.
Benaming
- Engelse naam Beautiful Golden Y
- Duitse naam Ziest-Silbereule
- Franse naam le V d'or
-
Synoniemen
Plusia pulchrina
Plusia v-aureum
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Deze prachtig gekleurde en getekende uil lijkt veel op de jota-uil (voor nadere toelichting zie daar) maar maakt een donkerder indruk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Autographa: autographos is met eigen hand geschreven; naar de lettertekens (gamma, jota e.d.) die de soort zelf op zijn vleugels heeft geschreven.pulchrina: komt van pulcher is mooi. Wijzend op de mooie letter Y op de vleugel. Haworth heeft in 1802 voorgesteld om alle noctuïden de uitgang -ina te geven.
Auteursnaam en jaartal
(Haworth, 1809)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Deze uil heeft dezelfde vorm en rusthouding als de verwante soorten. De voorvleugel is donker rood- of paarsachtig bruin en uitgebreid gemarmerd met roze of licht paarsachtig bruin. Dicht bij de binnenrandhoek ligt langs de achterrand een glanzende grijsachtig groene vlek. Kenmerkend is de in het midden samengeknepen zwarte niervlek, die vaak omrand is met een fijne zilverkleurige lijn. De lichte Y-vormige vlek in het midden van de voorvleugel is variabel van vorm; vaak is deze vlek in tweeën gesplitst tot een V met vlak daarnaast een rond vlekje.