Vliegtijd & gedrag
Begin juni-eind augustus in één, soms twee generaties. De vlinders komen op licht; verder worden ze vrijwel niet gezien.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Drievlekdwergspanner
Rups: augustus-oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
Van Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden via heel Midden-Europa tot Rusland en Siberië. Noord-Zuid: van Centraal-Scandinavië tot de zuidrand van de Alpen.
Benaming
- Engelse naam Triple-spotted Pug
- Duitse naam Bergwald-Doldengewächs-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie trisignée
- Synoniemen Tephroclystia trisignaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Langs de voorrand van de voorvleugel van deze dwergspanner zijn vaak drie zwarte vlekken te onderscheiden. Ook de Latijnse soortnaam verwijst naar deze vlekken. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Trisignaria: tri is drie en signum is een teken; de zwarte discale stip en de twee zwarte wolkjes aan de costa, overblijfsels van de twee dwarslijnen.
Auteursnaam en jaartal
Herrich-Schäffer, 1848
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-11 mm. Langs de voorrand van de voorvleugel bevinden zich twee duidelijke donkerbruine vlekjes aan weerskanten van de middenstip. Deze vlekjes zijn bijna net zo groot en donker als de middenstip zelf en vormen daarmee een groepje van drie donkere vlekjes; bij sommige exemplaren zijn ze echter nauwelijks zichtbaar. De voorvleugel is tamelijk afgerond en vrij gelijkmatig van kleur. De lichte golflijn is vaak slechts vaag zichtbaar.