Vliegtijd & gedrag
Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders bezoeken bloemen en komen in kleine aantallen op smeer en licht; overdag kruipen ze soms weg in spleten.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Dubbelpijl-uil
Rups: augustus-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als jonge rups in de strooisellaag en verpopt zich in de grond.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Noord- en Midden-Europa, Noord- en Midden-Azië tot Sachalin, Korea en Japan, noordelijk Noord-Amerika (in de vorm van de vroeger als zelfstandige soort beschouwde ssp. haruspica (Grote, 1875). In Zuid-Europa alleen in de bergen, zuidelijk tot de Pyreneeën, Abruzzen (Midden-Italië) en Bulgarije.
Benaming
- Engelse naam Double Dart
- Duitse naam Augur-Bodeneule
-
Franse naam
l'Oméga
la Noctulelle augure -
Synoniemen
Agrotis augur
Rhyacia augur
Spaelotis augur
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Van de dubbele pijl zit er op iedere voorvleugel één. Zie ook bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.De Engelse soortnaam wijst ook op de dubbele pijl. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Graphiphora: graphis is een manier om op tabletten van was te schrijven en phoreo is dragen; naar de pijlvormige vlek op de voorvleugel. Ochsenheimer nam deze naam over uit Hübner's Tentamen (1806).augur: augur is een waarzegger, een geestelijke; mogelijk omdat de onvolledige vlekken het uiterlijk van runetekens hebben. Fabricius geeft geen uitleg; een aantal van zijn namen zijn woordspelingen en mogelijk is dit er een van.
Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-21 mm. De voorvleugel is grotendeels effen gekleurd en de uilvlekken zijn slechts als, weliswaar duidelijke, zwarte contourlijnen zichtbaar. De ringvlek ligt samen met de tapvlek tegen de binnenste dwarslijn aan. De kleur van de voorvleugel varieert van zacht lichtbruin tot donker grijsachtig bruin, soms enigszins roodachtig getint. De tekening varieert nauwelijks.