Vliegtijd & gedrag
Half april-half september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Egale dwergspanner
Rups: eind juli-oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Heel Europa inclusief de Britse eilanden en grote delen van Azië tot Japan. Ook in Noord-Amerika.
Benaming
- Engelse naam Wormwood Pug
- Duitse naam Kreuzkraut-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie de l'absinthe
-
Synoniemen
Tephroclystia absinthiata
Eupithecia absinthiata f. goossensiata
Tephroclystia absinthiata
Eupithecia absinthiata
Tephroclystia goossensiata
Eupithecia goossensiata
Eupithecia minutata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.De bruine kleur ligt egaal over de voorvleugel verdeeld. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Absinthiata: Artemisia absinthium is absint-alsem, een voedselplant van de rups.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Volgens de gevolgde taxonomische indeling wordt Eupithecia goossensiata (Mabille, 1869) gezien als vorm van de egale dwergspanner. Omdat in Nederland tot nu toe altijd twee aparte soorten werden onderscheiden, wordt bij deze egale dwergspanner extra aandacht gegeven aan de vorm goossensiata. Voorvleugellengte: 11-13 mm. De enigszins langwerpige voorvleugel van deze lastige Eupithecia-soort is gelijkmatig roodachtig bruin of kaneelbruin. Langs de voorrand bevinden zich duidelijke donkere vlekjes. De middenstip is groot en donker en in de binnenrandhoek ligt een opvallende witte vlek. De franje is niet of nauwelijks geblokt en op het achterlijf bevindt zich een zwarte band. Vlinders van de vorm goossensiata zijn gemiddeld kleiner en meer grijsachtig; de voorvleugel wordt doorkruist door diverse dwarslijntjes en de aders zijn vaak duidelijk zwart-wit gestippeld.