Egelskopboorder

Globia sparganii

egelskopboorder

Vliegtijd & gedrag

Begin juli-begin oktober in één generatie. De vlinders komen op licht en zwerven daarbij soms ver weg van het leefgebied.

Verspreiding

Levenscyclus

Egelskopboorder

Rups: mei-augustus. De rups leeft in de stengel van de waardplant en verpopt zich met de kop naar beneden gericht in een stengel bij een van tevoren gemaakt gat. De soort overwintert als ei op een blad van de waardplant.

Cocon

Verspreiding

Lokaal in Europa, noordelijk tot Zuid-Engeland, Zuid-Noorwegen, Zuid-Zweden, Zuid-Finland en Estland. Naar het zuiden tot Noord-Spanje, Midden-Italië en Noord-Griekenland. In Voor-Azië ,Turkije, Syrië, Zuidwest-Iran. Verder via Noord-Azië tot Korea en Japan.

Benaming

  • Engelse naam Webb's Wainscot
  • Duitse naam Igelkolben-Schilfeule
  • Franse naam la Noctuelle du rubanier
  • Synoniemen Nonagria sparganii
    Archanara sparganii
    Capsula sparganii

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De rupsen van veel uiltjes dringen door in de stengel van planten; ze eten en groeien daar.De rups van deze soort leeft in oever- en moerasplanten, daarbij zit ook de grote egelskop. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
sparganii: Sparganium erectum is grote egelskop, een waardplant van deze soort.

Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1790)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 15-18 mm. De achterrand van de voorvleugel maakt een vrijwel rechte hoek met de voorrand en het uiteinde van het achterlijf steekt in rust opvallend onder de vleugels uit. De voorvleugel heeft een vrij effen, vaak iets bespikkelde, ondergrond die varieert van oranjeachtig tot crèmekleurig. Vanuit de vleugelwortel loopt een donkere veeg over het midden van de vleugel met daarop soms een zwart vlekje in het wortelveld en meestal twee zwarte vlekjes in het middenveld. Kenmerkend is de dikke zwarte, soms onderbroken omranding van de binnenste lob van de niervlek, die zelf overigens nauwelijks zichtbaar is; deze donkere omranding maakt eveneens deel uit van de donkere veeg op de vleugel. Voorbij de niervlek vervaagt de donkere veeg, maar in het zoomveld ligt vaak nog een donkere uitloper daarvan. Van de centrale dwarslijnen is met name de buitenste meestal goed zichtbaar als een rij zwarte streepjes of stippen. De franjelijn is altijd duidelijk te zien als een rij halvemaanvormige vlekjes. De achtervleugel is doorgaans donker gestreept.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Moerassen

Poelen

Rivieroevers

Slootkanten

Planten

Bies

Egelskop

Lis

Lisdodde

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden