Vliegtijd & gedrag
Half april-half juli in één generatie. De mannetjes komen geregeld op licht, de vrouwtjes minder vaak.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Eikentandvlinder
Rups: mei-augustus. De rups leeft gewoonlijk in de kruinen van volgroeide bomen. Soms wordt de rups kruipend over de grond waargenomen wanneer hij op zoek is naar een plek om zich te verpoppen. De soort overwintert als pop vrij diep in de grond.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland en de Noord-Afrikaanse kustlanden via West- en Midden-Europa, inclusief Zuid-Engeland naar het oosten tot de Wolga. In het zuiden: het West-Middellandse Zeegebied tot aan Sicilië en via de Noord-Balkan en via Noord-Turkije tot de Kaukasus; in het noorden tot Zuid-Scandinavië en de Baltische staten.
Benaming
- Engelse naam Great Prominent
- Duitse naam Eichen-Zahnspinner
- Franse naam la Timide
- Oud Nederlandse naam pijlstaartgelijkende
-
Synoniemen
Notodonta anceps
Peridea trepida
Notodonta trepida
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Eik is de enige waardplant van de eikentandvlinder.Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Peridea: perideïes is zeer bescheiden, angstig. Stephens: 'de rups en de vlinder beven als een rietje als ze worden aangeraakt'.anceps: anceps is twijfelachtig, naar de onzekere en bibberende bewegingen van de rups en van de vlinder.
Auteursnaam en jaartal
(Goeze, 1781)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 23-32 mm. De voorvleugel wordt gekenmerkt door een complex gemarmerd en gestreept patroon in grijze, matgele en bruine kleuren met een groenachtige tint. De achtervleugel is geelachtig wit en steekt in rust onder de voorrand van de voorvleugel uit. Er is enige variatie in kleur.