Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin juli in één generatie; soms een partiële tweede generatie in juli-augustus. De vlinders komen op licht en op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Elzenuil
Rups: juni-augustus; rupsen van een eventuele tweede generatie tot in oktober. De opvallende rups rust op de bovenzijde van een blad. De rupsen knagen een holte in dood hout en maken de uitgang dicht met zijde en houtsplinters. De soort overwintert als pop in deze holte.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
In Europa tussen Noord-Spanje, Midden-Italië, Albanië en Bulgarije in het zuiden en Noord-Engeland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden, Midden-Finland en de Oeral in het noorden. Van Klein-Azië en de Kaukasus via gematigd Azië tot Siberië, Noord-China, Sachalin en Japan.
Benaming
- Engelse naam Alder Moth
- Duitse naam Erlen-Rindeneule
- Franse naam l'Aunette
-
Synoniemen
Apatele alni
Acronycta alni
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De els is een van de vele boomsoorten die waardplant zijn voor deze soort. Ook de wetenschappelijke, de Duitse en de Engelse soortnaam verwijst naar de els. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Acronicta: akronux is het vallen van de avond. Waarschijnlijk heeft deze naam dezelfde strekking als Noctua, in de nacht. Dit genus heeft immers geen enkele binding met de avondschemering.alni: Alnus is het plantengeslacht els, een voedselplant van deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-19 mm. De lichtgrijze, enigszins bruinachtig getinte voorvleugel heeft een karakteristieke tekening die bestaat uit een zwartachtige strook langs de binnenrand en een brede band die dwars daarop via de niervlek naar de voorrand loopt. De zwartachtige strook bestaat uit een dichte donkere bestuiving en twee zwarte strepen: een dikke zwarte streep vanuit het wortelveld en een zeer langgerekte streep in de vorm van een speerpunt vanuit de binnenrandhoek. Er is weinig variatie, maar bij sommige exemplaren is de voorvleugel vrijwel geheel zwartachtig gekleurd; soms komen vlinders voor met een donkere grijsbruine grondkleur. De achtervleugel is opvallend wit.