Vliegtijd & gedrag
Begin april-eind augustus in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Esdoorntandvlinder
Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop in een stevige cocon tussen mos op de stam van de waardplant, in de strooisellaag of in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via grote delen van West-Europa, inclusief Zuid-Engeland en via heel Midden-Europa tot in Zuid-Rusland. Naat het zuiden tot het noorden van het Middellandse Zeegebied en de Zwarte Zee. Door makkelijke verwisseling met een nabije verwant is het grensverloop niet helemaal duidelijk. Naar het noorden tot Noord-Duitsland en Polen (oostzeekust).
Benaming
- Engelse naam Maple Prominent
- Duitse naam Ahorn-Zahnspinner
- Franse naam la Capuchon
-
Synoniemen
Ptilodontella cucullina
Lophopteryx cucullina
Ptilodon cuculla
Lophopteryx cuculla
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Esdoorn is de enige waardplant van de esdoorntandvlinder. Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ptilodon: ptilon is een veer, een vleugel en oudous, odontos is tand, naar het pluimpje op de voorvleugel.cucullina: cucullus is een hoed, een monnikskap, naar de kuif op de thorax.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-20 mm. Te herkennen aan het grote witte vlak langs de achterrand van de voorvleugel. De vleugel is grotendeels bruin. Langs de voorrand, met name vanaf de vleugelwortel, is de vleugel lichter. Er is weinig variatie.