Vliegtijd & gedrag
Begin augustus-half oktober één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Essengouduil
Rups: maart-juni. Jonge rupsen leven in de nog ongeopende knoppen van de waardplant; oudere rupsen verbergen zich overdag achter schors of aan de basis van de stam en klimmen vlak voor het donker omhoog om ´s nachts te foerageren op de bloemen van de waardplant. De rups maakt een cocon in de grond en verpopt zich daarin een aantal weken later. De eieren worden in kleine groepjes afgezet op een tak van de waardplant of in een schorsspleet en overwinteren.

Ei-afzet

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Zuid- en Midden-Europa. Van het Iberisch schiereiland en Griekenland in het zuiden tot Midden-Schotland, Noord-Duitsland (Hanburg, Lüneburg, Hannover, Mecklenburg-Voorpommeren, Brandenburg), Polen Slowakije, Roemenië tot de Zwarte Zee (de Krim) in het noorden. Ook in Voor-Azië (Libanon, Israël, Syrië) en Toerkmenië. Meldingen uit Noordwest-Afrika betreffen de gelijkende A.algirica (Culot, 1917).
Benaming
- Engelse naam Centre-barred Sallow
- Duitse naam Ockergelbe Escheneule
-
Franse naam
la Xérampéline d'Hübner
la Xanthie topaze -
Synoniemen
Atethmia xerampelina
Cirroedia xerampelina
Xanthia xerampelina
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De gouduilen hebben een geelachtige (gouden) grondkleur.De gewone es is een belangrijke waardplant voor deze soort. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Atethmia: a is een ontkenning, t is een verbindingsletter en ethmos is een zeef. Samen betekent dit zonder stippen. Het tegenovergestelde van Ethmia, een genus bij de micro's. Hübner beschrijft het vleugelpatroon van de drie soorten die hij in dit genus onderbracht als 'slechts bestaande uit een centrale band en twee lijnen'.centrago: centrum is het midden en -ago is een bekende uitgang (zie daarvoor bij X. citrago); verwijzend naar de duidelijke lichte lijn in het midden van de vleugel
Auteursnaam en jaartal
(Haworth, 1809)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-18 mm. De enigszins geschulpte achterrand van de brede voorvleugel maakt een vrij rechte hoek met de voorrand en wijkt vanaf het midden sterk naar binnen. Over de oranjegele, soms rood- of purperachtige voorvleugel loopt een brede, geel met rozeachtig bruin gevlekte middenband die met gele of oranjebruine dwarsbanden is afgezet. In de middenband liggen soms grijsachtige vlekken. De niervlek maakt deel uit van de middenband en is soms vaag, de ringvlek is niet zichtbaar. De vleugelzoom is rozeachtig bruin. De tekening van deze uil is vrij constant, maar de intensiteit ervan kan aanzienlijk variëren. Soms komen exemplaren voor met een vrijwel ongetekende voorvleugel.