Verspreiding
Levenscyclus
Felgeel beertje

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland en enige kustgebieden van Noord-Afrika via West-Europa naar het oosten tot de bergen van Centraal-Azië en tot de Amoer. In het zuiden via het noordelijke Middellandse Zeegebied inclusief Italië en Sicilië tot de Zwarte Zee en het Wolgagebied. Naar het noorden tot in Midden-Scandinavië.
Benaming
- Duitse naam Dunkelstirniges Flechtenbärchen
-
Franse naam
le Manteau safran
le Jaunet
la Lithosie safranée -
Synoniemen
Lithosia lutarella
Lithosia luteola
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beertje heeft deze soort gemeen met de kleinere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. De kleur van dit beertje is opvallend felgeel. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eilema: eilema is een sluier, een voile; een aantal soorten in dit genus houdt in rust de vleugels helemaal rond het lijf gerold alsof ze zich afzonderen onder een sluier. Zie ook bij E. complana. Spiris heeft dezelfde strekking.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Een klein felgeel beertje met een smalle voorvleugel, die vaak grijs bestoven is op het borststuk en de vleugelbasis. Langs de voorrand van de achtervleugel ligt een duidelijke, vaak brede grijze veeg. Het achterlijf is zwart met een geel uiteinde en het borststuk, de kop en de poten zijn geel. In rust vouwt deze vlinder zijn vleugels om zich heen. Deze soort is vaak lastig te determineren; genitaliënonderzoek kan nodig zijn.